Read Ebook: Hugo de Groot en zijn rechtsphilosophie by Bertens H
Font size:
Background color:
Text color:
Add to tbrJar First Page Next Page Prev Page
Ebook has 1077 lines and 50403 words, and 22 pages
Het gewichtigste feit uit zijn elfjarig verblijf in Frankrijk is wel, dat hij toen zijn beroemd "de Jure Belli et Pacis" schreef.
In 1631 trachtte Grotius terug te keeren in het vaderland, vertrouwend op de welwillendheid van Frederik Hendrik, die middelerwijl Maurits was opgevolgd.
Het viel evenwel anders uit, dan hij verhoopt had. Voor de tweede maal moest Grotius aan zijn dierbaar vaderland vaarwel zeggen.
Ditmaal ging de reis niet naar Frankrijk; de toegezegde 3000 ponden waren hem slecht uitbetaald , de eigen middelen waren niet groot, betrekkingen waren hem niet gegund, zoodat het bestaan aldaar niet rooskleurig was geweest.
Grotius ging naar Hamburg. De groote Wallenstein, Polen en Denemarken, zelfs de Spaansche koning, door bemiddeling van Eryc. Puteanus, noodigden hem uit in hun dienst te treden. Op aanzoek van den Zweedschen rijkskanselier Oxenstjerna ging hij naar Frankfort a/M. en woonde hier ongeveer vier maanden den Zweedsch-Duitschen bondsdag bij, tot dat hij de gewichtige betrekking kreeg van gezant der Zweedsche kroon by het Fransche hof.
Voor de tweede maal ging Grotius, doch nu niet als balling, naar Parijs. Hij verbleef er bijna elf jaar. In 1645 als een zekere Duncan hem als helper, inderdaad echter als bespieder werd toegevoegd, vroeg hij zijn ontslag. Koningin Christina verleende het hem onder eervolle erkenning zijner verdiensten.
Over Amsterdam, waar hem een glorievolle ontvangst was bereid ging hij naar Hamburg, Wismar, Colmar en verder naar Stockholm, om zijn zaken te regelen met koningin Christina.
Grotius bleef niet langer in Zweden dan noodig was, hij wilde naar Holland terug; hij zou evenwel den vaderlandschen bodem niet meer terugzien. Op de terugreis leed hij schipbreuk en kwam 26 Aug. 1645 doodziek te Rostock aan. Enkele dagen later stierf Hugo de Groot.
Hij werd begraven in de hoofdkerk van Rostock. De predikanten hadden er zich tegen verzet, wijl Grotius niet gestorven was in het ware geloof; de studenten hadden hen echter gedwongen.
Zijn lichaam werd later overgebracht naar Delft, waar zijn familie in het jaar 1781 voor hem een praalgraf oprichtte. Het door Grotius zelf vervaardigde grafschrift luidde: Grotius hic Hugo est, Batavus, Captivus et Exsul Legatus regni, Sueica magna tui.
In 1886 werd hem een standbeeld opgericht op de markt te Delft. Op den voet staan zonder meer in gouden letters de welsprekende woorden: Hugo Grotius.
#De Jure Belli ac Pacis.#
Het is in zijn "de Jure Belli ac Pacis", dat Grotius zijn rechtstheorie?n en de moraal, waarop hij die grondt het meest volkomen uiteenzet. Daarom verdient dit zijn werk het meest onze belangstelling. Het is voor de kennis zijner gedachten op 't gebied van rechts-philosophie, wat een "summa Theologica" is voor de kennis van het wijsgeerig systeem van St. Thomas.
Het was in 1623 dat Grotius in het rustige landhuis Balagni bij Senlis, hem door Jacques de Mesmes ter woon afgestaan, zijn boek begon. "Non otior", zoo schrijft hij aan Peiresc, sed in illo de Jure Gentium opere pergo, quod si tale futurum est, ut lectores demereri possit, habebit, quod tibi debeat posteritas, qui me ad hunc laborem, et auxilio et hortatu tuo, excitasti."
Aan Jacq. Aug. de Thou, wiens boekerij hij gebruikte, schrijft hij Aug. 1623.--"Si quid agam cupis scire, ... versor in examinandis controversiis praecipuis, quae ad Jus Gentium pertinent"....
In Juni 1624 is Grotius met Theod. Graswinkel reeds bezig het handschrift gereed te maken voor den druk. De drukker maakte met het werk grooten spoed. Op de Paaschmarkt te Francfort in 1625 werd het boek te koop aangeboden.
Peiresc had Grotius aangezet tot het schrijven van dit werk. Waarom hij aan diens aansporing gevolg gaf, verklaart hij zelf in zijn prologommena.
Daarin zegt hij n.l. waarom hij, die "onverdiend gebannen uit zijn land zich nog verdienstelijk wil maken voor de rechtswetenschap" , zijn "drie boeken van 't recht des Oorloghs en Vredes" gaat schrijven.
Velen, zoo zegt hij, hebben behandeld het burgerlijk of romeinsche recht; het recht, dat elk land eigen is, doch slechts weinigen het recht, dat bestaat tusschen de volken onderling of hunne hoofden en dat zijn grond vindt in de natuur zelf of in Gods Wet, of wel ontstaan is door gebruiken en stilzwijgende overeenkomsten. Nog niemand heeft dit recht in zijn geheel en methodisch behandeld, en toch, de menschheid heeft er belang bij.
Cicero noemde deze wetenschap een verhevene; voor Euripides staat zij boven de kennis der goddelijke en menschelijke dingen. De menschheid heeft er belang bij, omdat er ook nu nog, zoowel als vroeger, personen gevonden worden, die het bestaan van dit recht ontkennen Men zegt, dat een volk of vorst kan en mag doen al wat in zijn voordeel is. En deze theorie past men maar al te vaak toe in de praktijk.
Ik zag in de Christenheid een ongebonden vrijheid van oorlogen, waarvoor de Barbaarsche volken zich zelfs zouden schamen; dat men om geringe, ja zelfs zonder redenen naar de wapenen greep.
Had men eenmaal den strijd aangevangen, men bekommerde zich noch om goddelijk noch om menschelijk recht, "gantschelich als oft door een Placcaet de rasende dolligheydt ware uytghelaten tot allerhande schelmstukken".
Wij behoeven hier niets bij te voegen. Is het volkenrecht reeds op zich zelf een onderwerp, dat het der moeite waard is te bestudeeren; het was der moeite dubbel waard zulks te doen in dagen van geweld en rechtsverkrachting.
Er is vaak over getwist, of Grotius al dan niet het plan had uitsluitend te schrijven over het recht van oorlog en vrede, de kern van het volkenrecht.
Daar zijn boek feitelijk een volledige verhandeling was over het natuurrecht, vond de meening grond, dat de titel: "De Jure Belli ac Pacis" slechts een slimme zet was. Velen, door den naam verlokt, zouden met belangstelling het boek ter hand nemen, en daarin willens of onwillens, eene voor hen dringend noodzakelijke moraal vinden. Werd hun die openlijk aangeboden, menigeen zou het boek minachtend ter zijde gelegd hebben.
Grotius' oprechtheid is evenwel gemakkelijk te redden, al beantwoordt de inhoud niet juist aan den titel. Men nemen daarvoor het volgende in aanmerking: De auteur wil zijn onderwerp zoo grondig mogelijk behandelen, terwijl hij daarbij van meening is dat het recht, waardoor de verhouding van volken en vorsten geregeld wordt, geen ander is dan het recht van hen die leven in een natuurtoestand buiten een maatschappij in den gewonen zin des woords. Daarom moest hij dieper ingaan in de menschelijke natuur, en het heele natuurrecht behandelen. Immers elke handeling in strijd met dat recht kan zijn wettige oorlogsreden, in geval er geen bijzondere verbintenissen zijn aangegaan, omtrent de uitoefening van dat recht.
Zooals wij reeds gezegd hebben, is Grotius' boek eene complete uiteenzetting van het natuurrecht geworden. Als van zelf scharen zich al de vragen van dat recht om het driedubbele hoofdprobleem, dat in drie boeken behandeld wordt:
Is de oorlog per se in strijd met het recht m.a.w. is hij immer en altijd onrecht? Bij een ontkennend antwoord, komt men van zelf tot de vraag: Zoo de oorlog ooit geoorloofd, is, wanneer is hij zulks? Het derde probleem is: Wat is in den oorlog geoorloofd?
Het was nutteloos te spreken over het recht of onrecht zijn van iets, als er geen recht of onrecht was, als er geen zedelijke regel was voor de menschelijke handelingen, die betrekking hebben op anderen.
Da?rin vindt Grotius de gelegenheid het bestaan van het recht te bewijzen. Hij zal aangeven, wat de mensch in zijne betrekkingen tot den evenmensch heeft te doen en te laten alsmede de redenen daarvan.
Is het eenmaal vastgesteld dat de mensch niet alles doen kan, wat hij wil, dat daar is een hooge Vrouwe "Justitia" in drievoudig gewaad, dan kan Grotius gaan zien, of de oorlog al of niet per se in strijd is met het recht, met de natuurwet, Gods wet of de menschelijke voorschriften?
Wat is oorlog, wat is recht? De oorlog wordt bepaald als status per vim certantium --Wat het recht is en welke de verschillende beteekenissen zijn, waarin dit woord kan genomen worden, kan hij afleiden uit hetgeen hij in zijn prolegomena gezegd heeft over het recht. . Wetend, wat het recht is, en wat de oorlog, kon hij gaan zien of de oorlog in strijd is met de wet of het recht. .
Uit het bepalen van den oorlog als "status per vim certantium" vloeit voort, dat men oorlog kan noemen zoowel den strijd tusschen afzonderlijke personen, als tusschen landen en volken. De oorlog wordt daarom verdeeld in privaten en publieken oorlog; en oorlog tusschen een privaat persoon en een publieke macht. Daarmede wordt de moeielijkheid, of de strijd van afzonderlijke personen nog geoorloofd is, als zij niet meer tegenover elkander staan in een natuurtoestand, maar als leden eener maatschappij, als zij hun natuurlijk recht van noodweer hebben overgedragen aan een ander De publieke oorlog is de oorlog, gevoerd tusschen openbare personen, tusschen souvereine machten. Hierbij dient gesproken te worden over de burgerlijke macht. Waarin zij bestaat . Welke macht souverein is . Waar zij is . Hoe zij bezeten kan worden door iemand. enz. Vervolgens komt de vraag, of de oorlog van onderdanen tegen hunne overheid geoorloofd is. . Tegen een wettige overheid . Tegen een overweldiger.
De "Causae effectivae" van den oorlog zijn het onderwerp van c. 5. Gelijk in andere daden zoo zijn ook bij de daden van den wil gewoonlijk drie soorten van werkende oorzaken "principale, helpende en instrumenteele". De causa principalis is gewoonlijk hij, wien de zaak aangaat. Wie verdedigend optreedt voor een ander, is een helpende oorzaak. . Dienstknechten en onderdanen kunnen gebruikt worden in den oorlog, deze zijn instrumenteele oorzaken. . Volgens het natuurrecht is het aan niemand verboden te strijden. . Hiermede sluit het eerste boek.
Het tweede behandelt de wettige oorlogsredenen. Want is de oorlog uit zijn aard niet kwaad en ongeoorloofd, kan hij rechtvaardig zijn, in welke gevallen zal hij zulks zijn? Wettige reden tot oorlog nu is een injuria facta aut non facta. Op de eerste plaats: een geleden onrecht. Het kan hersteld worden of niet hersteld worden, maar wel gestraft. Op de tweede plaats: In juria non facta. Hierop heeft betrekking noodweer en zelfverdediging, deze twee rechten worden nu het eerst besproken. Wanneer is zelfverdediging geoorloofd Is zelfverdediging plicht? . Hoever mag noodweer gaan? . Is het duel geoorloofd . Wat verder de volken betreft. Is andermans aangroeiende macht reden tot noodweer. . Is hij die zelf oorzaak was, dat men tegen hem optrok, in zijn goed recht om weerstand te bieden? . De oorlog is geoorloofd om een geleden onrecht te herstellen of om het te straffen. Dit vooronderstelt, dat men wete, wanneer er onrecht geleden is en daarvoor diene men nog te weten, wat het onze is of wat men ons schuldig is?
Het onze is hetgeen wij bezitten. Wij kunnen iets bezitten met anderen, of alleen m.a.w. de goederen zijn gemeengoed of privaatgoed. Welke dingen als gemeen goed zijn te beschouwen, wordt nu uitgelegd en vervolgens welke van deze goederen privaat eigendom kunnen worden en op welke wijze Er wordt ook nog onderscheid gemaakt tusschen een "acquisitio originaria" van zaken en personen en een "acquisitio derivata"
Een "acquisitio derivata" is er, wanneer wij recht verkrijgen over personen of zaken door middel eener menschelijke daad of door de wet.
De overgave van het souvereiniteitsrecht en de goederen daarbij behoorend, komen hier ter sprake Bij een acquisitio derivata door de wet wordt behandeld het heele erfrecht.
Is eenmaal voldoende uitgelegd, hoe rechten verkregen worden en overgaan op anderen, dan moet nog worden nagegaan wanneer eigendomsrecht en overheidsrecht ophouden,
Hierna volgt de uiteenzetting van de verplichting, die op anderen berust, tengevolge van het recht, dat wij hebben op iets. Wat is men ons verschuldigd? c. X is een tractaat over het restitueeren.
Na de verplichting van anderen tegenover ons als eigenaar van iets, volgt de verplichting, voortvloeiend uit beloften. Wat zijn beloften? Wat is een contract? Welke kracht zet de eed bij aan beloften? Iets speciaals komt weer bij dit alles als het personen betreft, die een souvereine macht bezitten. Hoever zijn dezen gehouden beloften na te komen.
Overeenkomsten zijn verder van publieken of privaten aard, daarom dient de aandacht nog gevestigd te worden op de gevolgen van conventies tusschen volken of hunne hoofden. Hierbij sluit zich als van zelf een kapittel aan over de interpretatie,
Behalve uit geoorloofde daden, n.l. doordat wij iets rechtens bezitten, of ons iets beloofd is, kunnen de verplichting van anderen tegenover ons of de rechten van ons tegenover anderen, voortvloeien uit ongeoorloofde daden, namelijk hierdoor dat een ander door zijn schuld ons een nadeel toebracht, Nadeel is, dat wij minder hebben, dan wij moesten hebben, dan ons toekomt, hetzij ons iets toebehoort van nature ?f door een verdrag ?f door de wet.
De verplichting kan ten laatste nog voortvloeien, niet uit het natuurrecht, maar uit de positieve wet. Zoo ontstaat door het volkenrecht, het ambassadenrecht, de verplichting de dooden te begraven,
Een rechtvaardig oorlogsmotief is het herstellen van een geleden onrecht, maar ook die oorlog is geoorloofd, welke dient om te straffen voor een aangedaan onrecht, dat niet hersteld kan worden, en daarom geeft Grotius nu zijn theorie?n over het strafrecht,
Na de redenen, waarom men volgens recht een oorlog mag beginnen, bespreekt Grotius de redenen, die een oorlog wel niet rechtvaardig maken, maar hem een schijn van rechtvaardigheid geven. Hij weet goed, dat men ooit ten strijde gaat zonder zelfs een zweem van recht, maar hierover zal hij niet uitweiden. Men is dan te vergelijken met wilde dieren. Zij, die den oorlog beginnen, om er eenig voordeel mee te behalen, zijn roovers.
Wat men te doen heeft, in geval er twijfel komt, of een daad werkelijk oorlogsreden is of slechts schijnbaar, wordt aangegeven in c. 23. Dan volgt nog de vermaning, niet lichtvaardig den krijg aan te vangen ook al is men in zijn recht.
Een kwestie, met de voorgaande verband houdend, is deze: Hij, die persoonlijk onrecht leed, is bevoegd geweld te gebruiken; maar geldt dit ook voor een ander, mag een derde in de bres springen voor den verongelijkte? Grotius antwoordt bevestigend en voegt er bij, in hoeverre men daartoe verplicht is.
Vervolgens wordt nog gevraagd, in hoeverre zij, die afhankelijk zijn van iemand, op eigen gezag geweld mogen gebruiken?
Het derde boek heeft ten doel aan te geven, wat men zoo al doen mag in den oorlog. Wat is geoorloofd door het natuurrecht? Hier wordt gehandeld over de neutraliteit der niet strijdenden, over bedrog en list, gebruikelijk tusschen oorlogvoerende partijen, alsmede over de leugen en of zij op zich zelf geoorloofd is. Een bijzondere opmerkzaamheid verdient vervolgens de vraag: Wat is toegestaan door het volkenrecht? De publieke oorlog n.l. is ofwel solemneel of niet solemneel. Het verschil ligt hierin, dat in den solemneelen is voldaan aan zekere voorwaarden, gesteld door het volkenrecht, hetwelk ook aan de strijdvoerende partijen in een solemneelen oorlog bepalingen voorschrijft. Een dier voorwaarden is, dat aan den solemneelen oorlog moet voorafgaan een oorlogsverklaring. Wat een oorlogsverklaring is, wordt uitgelegd en daarna wat het volkenrecht bepaalt omtrent het dooden van vijanden of het gebruik van ander lichamelijk geweld; omtrent het verwoesten en plunderen; het recht op veroverde zaken en personen; het postliminium,
Het feit, dat het volkenrecht deze rechten erkent in een oorlog, die publiek en solemneel is, ook al is hij onrechtvaardig in geweten, geeft aanleiding tot de vraag, in hoeverre men gehouden is te restitueeren voor hetgeen verkregen of misdaan is in een onrechtvaardigen, ofschoon solemneelen oorlog. Verder, wijl het volkenrecht wel iets gerecht kan maken, maar niet alles; wijl het soms slechts een onstrafbaarheid verleent van slecht zijnde en slecht blijvende daden, geeft Grotius aan, welke maat volgens plicht en geweten in het gebruik dezer rechten is te houden, zelfs in een rechtvaardigen oorlog,
Add to tbrJar First Page Next Page Prev Page