Read Ebook: Omzwervingen door de eilandenwereld van den Grooten-oceaan De Aarde en haar Volken 1887 by Anonymous
Font size:
Background color:
Text color:
Add to tbrJar First Page Next Page Prev Page
Ebook has 80 lines and 15251 words, and 2 pages
Om de reede van Nu-Ofa, de hoofdstad der Vavao-eilanden te bereiken, moet men zich een weg banen tusschen een twintigtal kleine eilandjes, door engten en kanalen, die mij aan de smalle vaarwaters van Patagoni? deden denken. Als men de kokosboomen, die hier niet tehuis schijnen te behooren, voor een oogenblik wegdenkt, is de gelijkenis volkomen.... de hemel is grauw, de wind is koud, de laken kleederen zijn ons welkom. Echter maakt Vavao niet altijd zulk een treurigen indruk; de zon schijnt er ook wel in al hare kracht en de nachtelijke regens verfrisschen dan het dorstende aardrijk. Dit regenwater is voor de inwoners het eenige drinkwater, dat zij in bakken bewaren. Men vindt op Vavao noch eene beek, noch een meer.
Langs de beide oevers van het kanaal dat ons naar Nu-Ofa voerde, lagen inlandsche dorpen verspreid; hier en daar zag men fraaie europeesche woningen, waarop de duitsche of de engelsche vlag was geplant. De reede van Nu-Ofa is prachtig; het vlek, uit zee gezien, schijnt niet onbelangrijk; het paleis van koning George, die dikwijls op Vavao komt, en vier kleine steigers voor het lossen en laden van stoombooten geven aan het geheel een zeker voorkomen van beschaving, dat sterk afsteekt bij het overige gedeelte des eilands.
De fransche missie verkeert op dit oogenblik in geen gunstige omstandigheden; de vreeselijke cycloon, die het eiland in de maand Maart 1882 teisterde, heeft haar bijna verwoest. De kleine kerk werd omver geworpen; het dak is ingestort, en verscheidene hutten van inlanders in de nabijheid werden geheel vernield. Prachtige, door den bliksem getroffen en gespleten boomen liggen nog op den grond.
Gedurende drie dagen heb ik in de omstreken van Nu-Ofa uitstapjes gemaakt: talrijke wegen doorsnijden de velden en vormen de gemeenschap tusschen dorpjes en gehuchten, die zeer dicht bij elkander liggen. De woningen der inlanders onderscheiden zich door haar zindelijkheid; de sierlijk van riet gevlochten wanden en de eigenaardige daken hebben ten allen tijde de aandacht der reizigers getrokken. Dit dak is, even als de hut zelve, ovaal van vorm of althans aan de hoeken afgerond; het rust van binnen op twee boomstammen, die door vier houten pijlers worden gedragen. Het dak zelf bestaat uit een netwerk van kleine latjes van kokoshout, onderling verbonden door sierlijke en stevige bindsels. In dit geheele samenstel is geen enkele spijker te vinden, en toch is het bestand tegen de schokken der hier niet zeldzame aardbevingen. Juist de veerkrachtige buigzaamheid der constructie veroorlooft haar de schuddingen en golvingen van den bodem mede te maken, zonder te breken. Een met bloemen versierde tuin omgeeft elke woning, die met de tot haar behoorende bijgebouwtjes wordt omsloten door eene zeer dichte oranjehaag.
Op Vavao, waar het vrij koud is, kleeden de mannen zich tegenwoordig bijna allen op europeesche manier; op Tonga-Taboe daarentegen is de pantalon nog een weinig bekend kleedingstuk, dat meestal nog door een kort rokje of door een eenvoudigen gordel van bladeren wordt vervangen. De mannelijke bewoners der Tonga-eilanden zouden bijna zonder uitzondering onzen beeldhouwers tot model kunnen dienen: hunne vormen zijn onberispelijk, hunne houding en hun gang indrukwekkend en majestueus. Met zeldzamen moed en buitengewone kracht begaafd, zijn zij krijgshaftig van aard en hebben in herhaalde oorlogen uitgestrekte veroveringen gemaakt.
De vrouwen zijn over het algemeen schoon en tevens bevallig; borst en schouders zijn uitnemend fraai gevormd en de verscheidenheid harer gelaatstrekken is bijna zoo groot als die onzer europeesche vrouwen. De adellijke dames, die niet veel werken en niet aan de brandende zonnestralen zijn blootgesteld, zoo als de anderen die op het land moeten arbeiden, zou men bijna blank kunnen noemen; ik heb er verscheidenen gezien, die zich, als tijdverdrijf, eene naaimachine hadden aangeschaft en daarmede zeer goed wisten om te gaan.
De vrouwen en meisjes van Vavao en van Tonga-Taboe bedekken een gedeelte van haar borst met een kort lijfje zonder mouwen, waardoor haar onberispelijk fraaie armen zichtbaar blijven. De rok, die tot op de knie?n hangt--behalve in huis, waar de kleeding tot een minimum herleid wordt;--bestaat uit eenen breeden gordel van inlandsche stof, bekleed met strooken van gedroogde boomschors of zelfs gefriseerd papier en steeds verschillend van kleur. Het danstoilet vertoont eenige gelijkenis met dat der Zigeuner-vrouwen; verdere bijzonderheden kan ik hieromtrent niet vermelden, want ieder volgt daarin haar eigen smaak en luim. De zorg voor het hoofdhair is, zoowel voor de mannen als voor de vrouwen, eene dagelijks wederkeerende, belangrijke bezigheid; de vrouwen strijken het hair op het voorhoofd naar achteren--onze bestiale mode om het haar over het voorhoofd tot op de wenkbrauwen te laten hangen, is hier onbekend;--en binden het, met behulp van een kam van kokosvezels, in een knot op de kruin van het hoofd samen; ter wederzijde van den hals hangen talrijke en zeer fijne vlechten op de borst af. Op zekeren dag dat het stortregende, ontmoette ik, op eenigen afstand van het dorp, een groepje jonge vrouwen, die door den regen waren overvallen; om haar kapsel voor nat worden te bewaren, hadden zij hare rokken, bij wijze van kapers, over hare hoofden getrokken.
Van de missionarissen vernam ik, dat op de Tonga-eilanden de jonge meisjes tot haar huwelijk eene onbeperkte vrijheid genieten; na het huwelijk is haar daarentegen de stiptste ingetogenheid ten plicht gesteld. Overspel wordt door de wet zeer streng gestraft; vroeger stond daar de doodstraf op. Naar het schijnt, kunnen de polynesische dames zich bezwaarlijk aan dat strenge regime onderwerpen, en heeft men daarom, althans in de praktijk, de echtscheiding zeer gemakkelijk gemaakt. De bisschop van Centraal-Oceani? verklaarde mij, dat hem geen enkel voorbeeld bekend was van een gelukkig huwelijk tusschen een Europeaan en eene Tonganeesche; de vrouw kan zich nooit schikken naar de gewoonten en levenswijze van den blanke, vooral kan zij zich niet aan zijne keuken gewennen.
Het braden van een varken is in Polynesi? eene zaak van het uiterste gewicht, waarmede zelfs de vorsten het niet beneden hunne waardigheid achten zich in te laten. Het geslachte dier, zorgvuldig schoongemaakt en opgevuld met welriekende kruiden, wordt in zijn geheel gelegd in een kuil, die vrij diep in den grond is uitgegraven en ten deele met gloeiende steenen gevuld; verschillende vruchten worden nu rondom het varken nedergelegd en alles weer met eene laag gloeiende steenen overdekt. Deze ge?mproviseerde oven wordt ten slotte door een hoop aarde van de buitenlucht afgesloten, opdat de warmte bewaard blijve. Het vleesch wordt dus gaar gestoofd; en de genoodigden wachten geduldig tot de spijs gereed zij, zich inmiddels den tijd kortende met allerlei verhalen.
Op Vavao verhaalde men mij eene niet onaardige legende in verband met de wonderschoone koraalgrotten, door den oceaan in de kusten van dit eiland uitgegraven. Men vergunne mij die legende mede te deelen.
"Langen tijd geleden vond een jong krijgsman, naast de koraalgrot waarin men met eene prauw kan doordringen, bij toeval de oude woning van den god onzer kusten. Dat is een tooverhol, waarvan de duikers alleen, in de diepte der zee, den ingang kunnen ontdekken. Het gewelf van die grot, schitterende van lichtende stalaktiten, wordt door natuurlijke pijlers gedragen; door eene opening van boven valt het licht naar binnen.
"Malohi was met zijne makkers op de schildpaddenjacht, toen hij voor de eerste maal dit geheimzinnig verblijf ontdekte; de schildpad vluchtte in de grot; hij volgde haar duikende en bleef verstomd van bewondering. Hij sprak echter tot niemand over zijne ontdekking, want hij overlegde bij zich zelven, dat hij in die grot een veilig toevluchtsoord zou kunnen vinden, indien hij ooit door zijne vijanden overwonnen en achtervolgd werd.
"Eenigen tijd daarna werd Malohi smoorlijk verliefd op de dochter van den koning van Vavao, doch deze weigerde hem haar tot vrouw te geven. De twee gelieven vluchtten te zamen naar de godengrot en leefden daar eenige maanden, slapende op een bed van zeewier, zich voedende met visschen. Men dacht algemeen dat het jonge meisje dood was; maar de onvoorzichtige krijgsman ging iederen dag naar het dorp en keerde eerst tegen den avond naar zijne geheimzinnige woning terug. Intusschen bemerkten zijne makkers, dat het hair van Malohi altijd nat was, en sloegen zijne gangen gade. Weldra werd nu het paar ontdekt. Het jonge meisje werd tot haren vader teruggebracht, wiens toorn onverbiddelijk was: de roover werd aan de wraakgodinnen geofferd."
Wij hielden ons niet op bij de Hapa?groep, maar vervolgden de reis rechtstreeks naar de eigenlijke Tonga-eilanden. Het eiland Tonga-Taboe is zoo vlak, dat men het eerst op een afstand van twee of drie mijlen, naar gelang van het weer, bemerkt; het hoogste punt van het eiland reikt niet boven de vijf-en-twintig meter.
De eerste engelsche kooplieden, die zich op deze eilandengroepen vestigden, traden tevens bijna allen als evangeliepredikers op. Dit is zeker een der redenen, waarom, in dit gedeelte van den Grooten-oceaan, het aantal Protestanten zooveel grooter is dan dat der Katholieken. Intusschen hadden deze ge?mproviseerde predikers op de Tonga-eilanden met vele moeilijkheden te kampen. De inlanders waren zeer aan hunne voorvaderlijke godsdienst gehecht, en toonden zich niet zoo aanstonds bereid, hun velen goden vaarwel te zeggen. Behalve de goede en kwade geesten, wier aantal meer dan vierhonderd bedroeg, vereerden zij een oppersten god, den god der koningen, wiens vertegenwoordiger op aarde de Tu?-Tonga, een soort van Mikado, was. Vervolgens verschenen in hun pantheon: Toebo-Ta?, de god der reizigers; Alo-Alo, die de elementen beheerschte; Kala-Foetanga, de godin der zee; Maoe?, die Tonga-Taboe op zijne schouders droeg en het nu en dan heen en weer schudde, als de last hem hinderde; en nog vele anderen. De priesters dezer goden boden den heftigsten tegenstand tegen alle pogingen om de inlanders te bekeeren; verschillende zendelingen werden achtervolgens het slachtoffer van hun ijver; maar in 1827 gelukte het, een vasten zendingpost op de Tonga-eilanden te vestigen, en in 1850 ging de koning zelf tot het Christendom over. De geestelijke souverein, de Tu?-Tonga, bekeerde zich eerst veel later, maar hij werd katholiek. De waardigheid van Tu?-Tonga was in den regel erfelijk; zijne familie bekleedde den hoogsten rang onder den adel van het heilige eiland , waar het onderscheid der standen zeer scherp geteekend is. De laatste Tu?-Tonga heeft twee zoons achtergelaten, die zeer arm zijn; niettemin vereeren hunne landgenooten hen als de eerste vorsten des lands, en bij plechtige gelegenheden wordt de met kava gevulde beker eerst aan den koning en onmiddellijk daarna aan deze edele vertegenwoordigers van het verleden aangeboden.
In Oceani? zijn de koningen nu juist geene zeldzaamheid, maar deze George I onderscheidt zich toch in sommige opzichten voordeelig van zijne talrijke mede-souvereinen. Meermalen stonden europeesche bezoekers verbaasd over de mate zijner kennis, vooral van militaire zaken. Daar de Tonga-eilanden door engelsche zendelingen werden bekeerd en beschaafd, voerden zij er natuurlijk het parlementaire stelsel in; en zoo heeft ook koning George een parlement naast zich, bestaande uit een huis der edelen en eene wetgevende vergadering!--Der menschelijke dwaasheid is toch inderdaad geen grensgesteld!--Deze beide doorluchtige vergaderingen zijn echter, even als de inlandsche ministers, niets anders dan werktuigen in de hand van den slimmen eersten minister, die vermoedelijk ook den koning zelven om zijn duim windt, den heer William Baker. Door het protestantsche zendelinggenootschap van Sidney naar de Tonga-eilanden gezonden om daar het Evangelie te verkondigen en tevens een handelshuis te stichten, vergat de eerwaarde Baker de verplichtingen die hij op zich genomen had en behield de winst der onderneming voor zich. Het genootschap van Sidney, dat hem geld geleend had, zette hem af en benoemde een ander in zijne plaats; Baker wreekte zich door de partij der Duitschers te kiezen en zich tot agent te laten benoemen van het huis Godefroij te Hamburg, dat den geheelen handel der Tonga-eilanden in handen heeft. Het was zeker ook niet buiten zijn toedoen, dat koning George zich en zijn rijk onder het protektoraat van den Keizer van Duitschland heeft gesteld.
Nukualofa, waar koning George woont, is de officieele hoofdstad van zijn rijk. Men vindt er veel europeesche huizen, want het aantal Europeanen, vooral duitsche handelaars en planters, is op Tonga zeer aanzienlijk; de handel breidt zich gestadig uit, en de tijd kan niet verre meer zijn, waarop het inlandsche element hier geheel zal zijn overvleugeld.
De vierhonderd bewoners van het dorp Mua zijn tegenwoordig allen katholiek; buiten de oude vestingwerken der voormalige residentie van de Tu?-Tonga, wonen de protestantsche bekeerlingen in eene afzonderlijke buurt. De Katholieken van Mua schijnen voor hunne geestelijke herders een grooten eerbied te koesteren; de kerk en het huis der missionarissen werden vrijwillig en kosteloos door hen gebouwd.
Wij waren getuigen van een inlandsch feest, waarvoor de bevolking zich in hare fraaiste kleeren had gedost, en waarvan dansen natuurlijk het middelpunt vormden. Deze dansen kwamen geheel overeen met die, welke ik op de Samoa-eilanden gezien had; het is dus niet noodig, ze op nieuw te beschrijven.
Voor mijn vertrek van Tonga verkreeg ik eene audi?ntie bij koning George, die voor deze gelegenheid versierd was met het grootkruis van de pruissische orde van den Zwarten Adelaar, hem door Keizer Wilhelm geschonken. De schoenen, waarmede Zijne Majesteit zich nooit heeft kunnen verdragen, hinderden den koning blijkbaar geweldig; ik had medelijden met hem en maakte spoedig een einde aan mijn bezoek.
Ik bracht ook een bezoek aan Gu-Wellington, den kroonprins, wiens huis een uitdragerswinkel gelijkt: overal ziet men langs de wanden portretten, wapenen, blaasinstrumenten, snuisterijen van allerlei aard, een onbeschrijfelijken rommel. De prins spreekt zeer goed engelsch.
De prins toonde vrij wel op de hoogte te zijn van de verhoudingen tusschen de europeesche mogendheden, die elkander ook hier het overwicht betwisten, en sprak met ingenomenheid over de Franschen. Was hij daarin oprecht?
Deze eilanders, wier ouders nog volslagen wilden en menscheneters waren, nemen thans tegenover de Europeanen, wier meerderheid zij hebben leeren kennen en tegen wier overmacht zij weten zich niet te kunnen verzetten, de plichten der gastvrijheid in acht. Geen blanke die deze eilanden bezoekt, behoeft eenig gevaar te vreezen; de bevolking heeft zelfs voor een deel europeesche gewoonten aangenomen; en behalve het parlementaire stelsel, hebben wij haar ook vuurwapenen, brandewijn en sommige noodlottige ziekten ten geschenke gegeven. Ondanks de betrekkelijke zegeningen, door dikwijls zeer welmeenende, maar zeer onverstandige en in hooge mate eenzijdige mannen aan deze natuurkinderen geschonken,--die men plotseling uit den staat van volkomen barbaarschheid heeft willen overbrengen op het standpunt, waarop na eeuwenlange voorbereiding en ontwikkeling de christelijke volken van westelijk Europa staan;--ondanks die betrekkelijke zegeningen en weldaden, is de aanraking met de blanken voor de stammen van Polynesi? verderfelijk geweest, en is het wel aan geen twijfel onderhevig, dat zij juist ten gevolge van die aanraking en de daardoor veroorzaakte geweldige omkeering in hun gansche bestaan, in hun levensbeginsel doodelijk getroffen en onherroepelijk ten ondergang gedoemd zijn. De afstand tusschen de beide rassen, die aldus eensklaps met elkander in aanraking werden gebracht, was veel te groot om inderdaad samenwerking en gemeenschappelijke ontwikkeling mogelijk te maken; het eene heeft het andere niet noodig en heeft niets te ontvangen; de inboorlingen staan, onder elk opzicht, weerloos en machteloos tegenover de blanken, aan wie zij inderdaad niets te bieden hebben. Onder zulke omstandigheden is de uitslag der ontmoeting niet twijfelachtig: het lagere ras zal worden overvleugeld en verdrongen, om in het eind te verdwijnen.
Gevoelen zij zelven hiervan iets? Ik weet het niet; maar dit is zeker, dat de inlanders, in spijt van hunne vriendelijkheid en voorkomendheid, ons innerlijk verachten en met zekeren trots, den trots der natuurkinderen op hunne nog ongebroken kracht, op ons neerzien. Men verhaalde mij daarvan een aardig staaltje.
Toen Mgr. Lamaze van Rome, waar hij de wijding ontvangen had, was teruggekeerd, had, als naar gewoonte te Maofaga, de plechtigheid van den handkus plaats. Den volgenden morgen meldde een katholiek inboorling zich bij den bisschop aan, en deelde hem mede, dat zijne protestantsche stamgenooten hem en de andere Katholieken bespotten, omdat zij de hand van den prelaat hadden gekust.
Den volgenden zondag beklom de bisschop den preekstoel, en sprak ongeveer het volgende: "Vroeger kustet gij den voet van den Tu?-Tonga; de Katholieken kussen den voet van den Paus: hierin is dus niets vreemds. Nu nog kust gij de hand van koning George, die in rang op den Tu?-Tonga volgde; de bisschoppen volgen in rang op den Paus: het is niet meer dan natuurlijk dat de Katholieken hun de hand kussen...."
Na afloop van de preek verscheen dezelfde man weer aan de missie en zeide tot Mgr. Lamaze:
"Gij hebt mijne vraag niet begrepen, Monseigneur."
"Hoe dat?" hernam de bisschop.
Van de Tonga-eilanden zetten wij koers naar den Fidji-archipel, die, zoo als men weet, eene engelsche bezitting is. Wellicht deel ik u later daarvan het een en ander mede.
Add to tbrJar First Page Next Page Prev Page