Read Ebook: Goethe: Een Levensbeschrijving by D Oliveira E Elias
Font size:
Background color:
Text color:
Add to tbrJar First Page Next Page
Ebook has 739 lines and 118452 words, and 15 pages
WERELD BIBLIOTHEEK
ONDER LEIDING VAN L. SIMONS.
UITGEGEVEN DOOR DE MAATSCHAPPIJ VOOR GOEDE EN GOEDKOOPE LECTUUR--AMSTERDAM
~GOETHE
~EEN LEVENSBESCHRIJVING
DOOR
E. d'OLIVEIRA
MET 26 AFBEELDINGEN
INHOUD
VOORWOORD
EERSTE BOEK.
HOOFDSTUK PAG.
TWEEDE BOEK.
HOOFDSTUK PAG.
DERDE BOEK.
HOOFDSTUK PAG.
BIJLAGE
Vertalingen 351
Illustraties
FRIEDERIKE BRION
KERKPLEIN MET "GOETHE-LINDE" TE GARBENHEIM
CHARLOTTE BUFF
GOETHE IN "KAARSRECHTE HOUDING"
GOETHES TUINHUIS MET VERANDA
CARL-AUGUST HERTOG VAN SACHSEN-WEIMAR
GOETHE-SCHILLER GEDENKTEEKEN
GOETHES WERKKAMER IN WEIMAR
Einde Illustraties
VOORWOORD
Aan den invloed van Goethe dank ik, dat ik spoedig den weg tot mij zelve heb gevonden, nadat ik had gedwaald in de mooie oppervlakkigheid en de doodsche diepzinnigheid, die de voornaamste geestesstroomingen in ons land mij boden.
Dit boek nu is ontstaan uit het verlangen: den mensch Goethe te naderen en rustig te aanschouwen. Het is een werk waaraan scheppende intu?tie en historiekennis, critische speurzin en beeldend begrip gelijkelijk aandeel hadden; zooals betamelijk is voor een werk dat niet met den verfkwast maar met den Geest werd voortgebracht. Het beantwoordt--naar mij dunkt--aan de eischen die ik in een tienjarig oplettend verkeer met Goethe aan een levensbeschrijving heb leeren stellen; deze eischen vindt men in De Ploeg nader uiteengezet.
Ik weet natuurlijk dat mijn boek min of meer uitdrukkelijk partij kiest tegen de meeningen van vermaarde Goethe-kenners en critici. In de verwachting dat het velen moge voorlichten die--den bloei van onze literatuur niet waardeerend--zoekend zijn zooals ik het ben geweest, vind ik hiervoor een heerlijken troost!
~EERSTE BOEK
Bezems worden altijd stomp geveegd. En jongens altijd--geboren.
Aan de uiterste grens van het schemer-grijze Frankfort, leefde kleine Wolfgang opgesloten in een hol ouwerwetsch huis, met geheimzinnige wenteltrappen en getraliede venstertjes; zijn vader had hem vroeg geleerd, dat hij zich moest verzetten tegen het sprookachtige angstgevoel, dat hem beving in de half duistere schuilhoeken van zijn woning. Hij kwam niet dikwijls buiten: de menschen toen hielden niet van frissche lucht. En graag klom hij naar "de tuinkamer", die zoo genoemd werd omdat men er ... buurmans tuin kon zien. Zijn droomerige blikken gingen dan over de stadswallen en de vruchtbare Mainvlakten tot aan het wazige Taunusgebergte. Hij staarde op de aandrijvende onweerswolken of naar de ondergaande zon,--maar als hij dichtbij kinderen van zijn leeftijd zag spelen, werd hij weemoedig. Hij wist dat hij niet een gewoon kind was. Toen zijn moeder hem eens vertelde, dat hij door zijn kaarsrechte houding en zijn gebiedende manieren erg afstak bij zijn kameraadjes, zei hij ernstig: Dat is het begin, moeder; later zal ik mij door nog veel meer onderscheiden. Ik ben onder een gelukkig gesternte geboren.
--Maar andere kinderen denken toch niet aan zulke dingen!
--Moeder, waar een ander zich mee te vreden stelt, dat is voor mij niet voldoende.
Geheimraad Goethe vervolgde zijn zoon van den ochtend tot den nacht met zijn pedante, ouwbakken-schoolsche geleerdheid. Hij wilde zooiets als een wonderkind van hem maken, en stelde hem van begin af zijn uitvoerig opvoedingsplan voor oogen; wat ten gevolge had dat kleine Wolfgang vaker dan noodig nadacht over zijn eigen karakter. Meer geluk dan wijsheid dat hij ten slotte nog iets werd: een kind van zwakker aanleg ware onder Caspars opvoed-systeem gek geworden of bezweken.
Johann Caspar Goethe was een eerzuchtig, leergierig, koppig, soms grillig sinjeur. Zijn vader, een kleermakers-gezel, na veel omzwervingen in Frankfort terecht gekomen, had daar een logementhoudster tot tweede vrouw gekregen en fortuin gemaakt; maar hoogmoed krenkte zijn geest. Hij zelf had ijverig gestudeerd en daarna een reis gedaan door Itali?, Frankrijk en Holland. Als bekwaam rechtskundige thuis gekomen, had hij, na een korte stage aan het opperste gerechtshof te Wetzlar, van zijn geboortestad een klein ambt gevraagd, dat hij onbezoldigd op zich wilde nemen, mits men hem niet blootstelde aan de toen gebruikelijke ballotage. Deze voorwaarde werd natuurlijk niet aanvaard, en hij legde in woede de gelofte af, nooit meer een gemeentebetrekking, welke dan ook, te zullen bekleeden. Om zich den weg daartoe voor goed af te sluiten, nam hij twee maatregelen: Hij verwierf den titel van Geheimraad, waardoor hij in rang gelijk kwam te staan met den eersten burger van Frankfort, den schout; en vervolgens dong hij naar de hand van diens dochter Elisabeth, een en twintig jaar jonger dan hij.
Ze had hem niet lief: ze achtte hem en vertrouwde dat hij het goed met haar meende. Hij, van zijn kant, oordeelde zich verplicht, haar zang- en clavierles te geven, zelfs schrijfles. De goeie man had niets omhanden en als "Vrouw Raad" maar wat leerzamer ware geweest, hadd' hij haar met alle genoegen Italiaansch bijgebracht. Zij troostte zich met het humoristisch geloof, dat dit een uiting moest zijn van hoog-rustige, verstandige genegenheid. Doch ze leerde nu ook levensomstandigheden kennen waar geen zonnetje in scheen: het werd haar een gewoonte, voor zulke omstandigheden eenvoudig het oog te sluiten. Ze ontweek overbodige emoties; ze negeerde, als ze kon, ongeluk of verdriet totdat ze er mede was verzoend. Later zou ze haar bedienden uitdrukkelijk last geven, haar iedere nare tijding zoolang mogelijk te verzwijgen.
Toen haar jeugdzoon Wolfgang kwam--aanvankelijk een broos popje!--was ze tegen de onderwijswoede van haar echtgenoot beveiligd. Dichter dan bij hem stond ze bij haar kind. En niet alleen in leeftijd: de kleine werd haar vriend; hij hield haar jong. Hij kreeg veel van haar gelukkige karaktereigenaardigheden: In de eerste plaats de gave, waarvan hij later zou verklaren, dat noch de kunstenaar, noch de man van de daad ze kan missen; dat ook het beste verstand ze niet vervangt; de gave die hij kortweg "hart" noemde. Dan zijn onwrikbaar vertrouwen op den God "die hem in 't geheim zegende". Ook zijn weeke vatbaarheid voor indrukken. Maar--en hier treedt wellicht een gemoedstrek van den vader te voorschijn--zijn geest was heel snel verzadigd en wilde bijna terstond weer nieuwe indrukken tot zich nemen en verwerken. Van zijn gewone omgeving had hij dra genoeg; hij streefde hartstochtelijk naar afwisseling. Het best kon hij denken als hij liep, of worstelde met storm en ontij. Ook het sterke bewustzijn van eigenwaarde had hij van zijn vader; en dan de neiging om anderen van zijn idee?n te doen genieten; liefde voor d?tails die bijna pedanterie werd; stipt plichtsgevoel; drang naar zelfvolmaking. Maar dit alles zat bij hem veel dieper: hij had een vrouwelijk-teere inborst, die door een manlijken wil werd bestuurd.
Caspar Goethe bespeurde vroeg de wonderlijke begaafdheid van zijn zoon. In het byzonder zijn vlug verstand. Hij besloot hem zoo op te voeden, dat het kind op de wereld zou veroveren, wat de wereld den vader had onthouden: een staatsmans-carri?re, waar hij zich dan door eerlijkheid en kunde naar voren moest dringen; zoodat hij--uit een werkmansgeslacht gesproten--zou gaan behooren tot de besturende kaste in de vrije stad Frankfort, waar de standen zoo scherp van elkander waren gescheiden. Hij wilde Wolfgang verre houden van de lichtzinnigheid en de brooddronkenheid die, volgens hem, tot in de school waren doorgedrongen. Hij wilde hem zelf onderwijzen. In de eentonige stilte van zijn schaduwrijke huizing, in de stijve tucht van zijn vroom gezin, zelf als een burchtheer ge?erbiedigd, wilde hij hem wapenen tegen de vijandige wereld.
Met zijn moedertje en zijn jongere zus Cornelia vormde Wolfgang van begin af een sentimenteel verbond tegen de rechtzinnigheid des vaders. Deze drie schuilden bijeen, als zochten ze warmte en vastheid tegen een ijzigen storm. Maar de vader trok zijn jongen toch ?ok aan: de overeenstemming in karakter verloochende zich niet. Wolfgang wilde leeren, rusteloos.
En zelfs in hun vrijen tijd moesten de kinderen nuttig werk doen, de stinkende zijdewormen van hun vader voederen, zijn kopergravures bleeken in de zon, met taai geduld; of zij moesten bestellingen overbrengen aan leveranciers, of, toen zij ouder waren, rapporten opmaken over belangrijke gebeurtenissen in de stad. Lezen leerden zij al heel vroeg; v?or zijn achtste jaar schreef Wolf niet alleen zijn moedertaal maar ook Fransch, Grieksch en Latijn. Italiaansch had hij spelenderwijs opgepikt, terwijl zijn vader het zusje in die taal les gaf; het leek hem een grappig soort van Latijn. Een reizend onderwijzer, die aanbood de kinderen in vier weken Engelsch eigen te maken, werd gretig ontvangen; de Geheimraad blokte ijverig mee.
Wat afwisseling kwam er, toen voor de oude talen een leeraar werd ge?ngageerd en wel twintig kinderen van vrienden en bekenden verlof kregen, diens voordrachten bij te wonen. Ook, toen de heer Goethe begon, zijn kweekelingen al wandelend de geschiedenis van hun geboortestad te demonstreeren, aan de vele oude gebouwen die zij voorbij kwamen: die gebouwen, vestingen binnen de veste, herinnerden aan veelbewogen tijden.... En het werd bijna vroolijk, als de stijve ouwe Frankforter dansles gaf, zijn kleintjes met effen gelaat en starre ruggegraat tot een menuet schaarde en hun pasjes begeleidde op een dwarsfluit. Hij hield wel van muziek en hij was ook zoo barsch niet als hij scheen; maar hij wilde zijn jongen niet teerhartig maken en achtte zich verplicht zijn weekere gevoelens stelselmatig te verhullen.
Al wat hij zei berustte op nauwkeurig overleg; bij al wat ze deden moesten de kinderen zich afvragen: Wat is de consequentie hiervan? waar loopt dit op uit?--en als er in het duistere huis een of ander werk was aangepakt, dan moest het ook onvoorwaardelijk afgemaakt. Caspar kreeg het plan, ook de avonden nuttig met de zijnen door te brengen: hij las aan vrouw en kinders de Geschiedenis der Pausen van Bower voor--van welk werk toen reeds vijf kwarto deelen waren verschenen. En hij wilde daarmee niet ophouden, al begon hij ook zelf telkenmale het eerst van narigheid te geeuwen.
Slechts oogluikend liet hij toe, dat het moedertje nu en dan ter ontspanning een van haar sprookjes vertelde, die zij onder 't vertellen phantaseerde. Dan verslond kleine Wolf haar al gauw met zijn groote zwarte oogen. Als het een van zijn lievelingen niet voor den wind ging, dan zag zij de driftaders op zijn voorhoofd zwellen en merkte dat hij zijn tranen verbeet.--Terloops zij gezegd, dat haar jongen geen zwarte oogen had, doch bruine; zijn pupillen waren echter zoo groot en zoo schitterend, dat men de iris niet zag.--Tusschen "Vrouw Raad" en de oude grootmoeder heerschte een eigenaardige diplomatische afspraak. Moesten de kinders naar bed voordat een sprookje was uitverteld, dan vertelde dat sprookje zich zelf ten einde in Wolfgangs roerige verbeelding. En hoe het dan afliep met zijn helden vertrouwde hij aan het frissche witgekleede vrouwtje toe.... Die bracht het stillekens aan de moeder over. Den volgenden avond werd dan de ontknooping ingericht, zooals hij die graag had; opgewonden luisterde hij naar de vervulling van zijn wenschen, en "men kon zijn hartje onder zijn kanten kraag zien bonzen".
Groot genoegen vond hij ook in het poppenspel, de vertooningen van "David en Goliath" die de grootmoeder gaf met Kerstmis. Maar hij rustte niet eer hij wist hoe dit alles in zijn werk ging en hij het tekstboekje ter inzage kreeg. Toen moest hij natuurlijk ook zelf voorstellingen geven. Weldra had hij van de poppen genoeg en vormde uit de buurt-kinderen een tooneelgezelschap.
Geheimraad Goethe paste wel op dat zulk vermaak niet te ver ging, of te veel tijd in beslag nam. De oude boeken die hij zelf had doorgeblokt werden uit de stoffigheid opgediept: Romeinsche antiquiteiten en Grieksche fabelleer, een bijbel met prenten en een aardrijkskundeboek op rijm. Ook allerlei langvergeten Duitsche dichters, waarvan Wolf beweerde dat hij er "veel meer uit leerde lezen dan dat hij ze las"; en reisbeschrijvingen, die men thans te realistiesch zou vinden. De toen moderne po?ten, als de "Messias"-zanger Klopstock, werden zorgvuldig verbannen wijl zij rijmlooze verzen schreven; en hiervan moest de conservatieve Geheimraad heelemaal niets hebben! Zijn vrouw las nu Klopstock in het geheim met haar kleintjes, die spoedig aangrijpende passages van buiten kenden en declameerden.
In al die wetenschap hield Wolfgang een helderen kop; en toen hij er een beetje in thuis geraakte en tijd vrij kreeg, werden nieuwe vakken bij het onderwijs getrokken. In wiskunde bracht hij het niet ver. Teekenen naar de natuur was zijn liefhebberij; en een van zijn meesters vond het jammer dat hij geen schilder mocht worden. Deze meester heeft niet een goed inzicht gehad in zijn talenten. Want ofschoon Wolfgang zich later onder de bekwaamste mannen van zijn tijd met groote volharding in het schilderen oefende, hij bracht het nooit boven middelmatigheid. Hij zag alles met schildersoogen; doch de kracht om binnen hem levende en kleurende beelden op doek te leggen bleef hem ontbreken, al gaf hij de studie nooit geheel op.--Muziek, clavier- en fluitspel leerde hij vroegtijdig, beoefende hij langdurig; werd hij ondanks al zijn liefde nooit dragelijk meester. Doch het heimwee naar tastbare beelden en snel wisselende kleuren en ontroerende melodie?n zou uit zijn streven spoedig blijken....
Hij werd een echte baas in paardrijden en schermen; de vele lichaamsoefening gaf hem een houding als van een prins: hij ging grooter lijken dan hij werkelijk was.
Add to tbrJar First Page Next Page