Read Ebook: Kamerplanten: Handboek tot het kweeken van planten in de kamer by Hesd Rffer Max Witte Eduard Theodoor Editor
Font size:
Background color:
Text color:
Add to tbrJar First Page Next Page Prev Page
Ebook has 1171 lines and 138755 words, and 24 pages
Vele wegen staan den plantenliefhebber open, om de schadelijke invloeden, die in de woonvertrekken voor het kweeken van planten aanwezig zijn, te verminderen, zoo niet geheel op te heffen; hij zal zich door den tijd geheel vertrouwd maken met de eischen van zijn lievelingen en eindelijk iedere plant haar juiste plaats en goede behandeling geven. Wanneer dan de planten ten laatste goed groeien en bloeien; wanneer zij des zomers het balkon en de vensters, des winters de woonkamers versieren, dan is het genot van de, onder zulke moeilijke omstandigheden verkregen, resultaten z?? groot, dat men ten laatste het kweeken van planten niet meer kan laten en de liefhebberij daartoe steeds grooter wordt.
De inrichting van den kamertuin.
Bij het kweeken van planten in de kamer moet men rekening houden met tal van moeilijkheden, welke voor den plantenliefhebber, die zijn planten slechts buiten kweekt, niet bestaan. Het moeilijkste is zeker wel de juiste plaatsing. Het is zeer gemakkelijk planten te koopen, maar heel wat moeilijker ze z?? te plaatsen, dat zij, bij een goede behandeling, ook in de kamer gezond kunnen gehouden worden. Er bestaan echter tal van voorwerpen, die dienen, om er kamerplanten op of in te plaatsen en die dan ook vrij algemeen gebruikt worden. Het meest bekende en verspreide dezer voorwerpen is zeker wel de bloemtafel. Bloemtafels zijn steeds een zeer gewaardeerd geschenk, reden waarom ze in bijna alle vormen worden vervaardigd en tot alle prijzen verkrijgbaar zijn. Het meest worden zij vervaardigd uit ijzer-, hout-, draad- of mandenvlechtwerk. Al deze tafels bevatten een blikken bak, waardoor de zindelijkheid bevorderd wordt. Er moet op gelet worden, dat deze bak een afvoerbuisje heeft, waardoor het overvloedige water kan afgetapt worden. De gewone vorm voor de bloemtafels is de ronde. Het kan niet ontkend worden, dat een fraaie, ronde bloemtafel, met mooie planten gevuld, een inderdaad zeer schoon kamersieraad is. Jammer is het daarom, dat de ronde bloemtafel grove gebreken heeft, zoodat zij, voor het kweeken van kamerplanten, zoo ongeschikt mogelijk is. Verondersteld dat men deze tafel de eenige goede plaats, namelijk zoo dicht mogelijk bij het venster, geeft, dan zijn het toch slechts de weinige, naar het venster gekeerde planten, die de zoo hoog noodige directe inwerking van het licht genieten. De van het venster afgekeerd staande planten leiden, door gebrek aan licht en zon, veel meer dan men wel denken zou. Wel zijn er enkele bladplanten, met stevige bladeren, zooals bijv. enkele Palmen en de Aspidistra, die onder zulke ongunstige omstandigheden goed blijven, doch van een weelderigen groei kan ook bij deze geen sprake zijn. Om aan het genoemde bezwaar te gemoet te komen, heeft men bloemtafels in den handel gebracht met beweegbaar bovenstel. Deze tafels kunnen, zonder verplaatsing, dagelijks een weinig gedraaid worden, zoodat alle planten eenigen tijd een weinig van het licht kunnen genieten; maar de tijd, dien deze planten in het volle licht staan, is ook in dit geval betrekkelijk kort. Het feit nog in het midden latende, dat er verscheidene planten zijn, die niet gaarne dikwijls van plaats veranderen, komen deze bloemtafels dus slechts gedeeltelijk aan het bedoelde bezwaar te gemoet. Een direct gevolg der ronde bloemtafels is dan ook, dat alle daarin staande planten na verloop van betrekkelijk korten tijd ??nzijdig worden. Zulke ??nzijdige planten maken, zoolang zij met anderen te zamen gerangschikt staan, nog wel een tamelijk goeden indruk, maar zoodra men ze alleen plaatst, is deze allertreurigst. Ronde bloemtafels kunnen dan ook slechts gebruikt worden, wanneer de daarin geplaatste planten geen hoofdzaak zijn. Dit is bijv. het geval met een soort ronde tafel, wier centrum gevormd wordt door een aardig aquarium met of zonder fontein. Deze, uit fraai gietijzer vervaardigde, tafels hebben rondom het aquarium slechts plaats voor een, hoogstens twee rijen kleine planten, terwijl het aquarium zelf met zeer goed gevolg benut kan worden voor de cultuur van moeras- en andere waterplanten. In het algemeen genomen, kan de ronde bloemtafel dus slechts gebruikt worden als fraai meubelstuk in het salon, en hoewel voor de cultuur van fraaie planten ten eenen male ongeschikt, kan ze dienstbaar zijn om planten, die men gedurende den zomer in de vensterbank, op het balkon of in den tuin gekweekt heeft, des winters aan de versiering der vertrekken dienstbaar te maken. Fig. 2 toont aan, op welke wijze de planten op zulk een bloemtafel gerangschikt kunnen worden worden. Als middenplant gebruikt men een fraaien, naar alle zijden goed ontwikkelden Palm, waaromheen Dracaena's, Varens en kleinere bloemplanten geschikt worden, terwijl verschillende hangplanten aan het geheel een los voorkomen kunnen geven.
Fig. 1 toont twee ongevulde bloemtafels, uit gietijzer vervaardigd, en wel ter rechterzijde een gewone, maar zeer elegant gevormde tafel en ter linkerzijde een eenvoudigere, waaraan echter een bloemstandaard verbonden is, zeer geschikt om er een flink ontwikkelden Palm op te zetten.
Beter dan de ronde, is de ovale bloemtafel voor het kweeken van planten geschikt. Indien zulk een tafel goed is, moet zij op twee stevige pooten staan, de lengte van het venster hebben, waar zij v??r gezet wordt en niet te breed zijn, zoodat er slechts ??n rij planten in gezet kan worden. Zulk een tafel wordt het best vervaardigd uit besneden hout, waarin een blikken bak wordt geplaatst. De geheele bak moet z?? diep zijn, dat de potten, waar de planten in staan, aan het gezicht worden onttrokken. Dergelijke bloemtafels zijn zeer practisch en zijn zij netjes bewerkt, dan strekken zij ieder vertrek tot een waar sieraad.
Een zeer doelmatig meubelstuk om planten op te kweeken is ook de bloemstandaard. De meest gebruikelijke standaards, van ge?miteerd ebbenhout, waarop meestal een fraaie porseleinen vaas staat, kunnen slechts dienen om een enkele plant op te plaatsen . Het spreekt vanzelf, dat men op zulk een standaard steeds een Palm of andere fraaie plant moet zetten, die geen gebreken heeft en die naar alle zijden goed ontwikkeld is.
Voor het plaatsen van alleenstaande planten heeft men ook nog andere vazen, zooals die in Fig. 4 zijn afgebeeld. Dit zijn groote porseleinen vazen, die op gesmeed of gietijzeren piedestals staan. De standaards, die rechts in het midden zijn afgebeeld, zijn vervaardigd uit gedraaid smeedijzer, terwijl de linksche van het goedkooper gietijzer is gemaakt, dat men door bronzen of nikkelen een fraai voorkomen geeft.
Veel beter, dan de ronde bloemtafels, zijn ook de rustieke bloemstandaards met verschillende etages, die ieder op zichzelf dienen om er een alleenstaande plant op te plaatsen .
Al de tot nu toe besproken voorwerpen, waarbij nog gevoegd moeten worden de ??n- of meerarmige consoles, die meestal aan den wand worden bevestigd, vinden een plaats in de kamer. Met deze hulpmiddelen is men echter niet in staat de beste plaats voor het kweeken der planten, namelijk de vensterbank, te gebruiken. Een goed gebruik van de vensterbank kan men echter slechts d?n maken, wanneer de vensters niet van overgordijnen voorzien zijn, daar deze anders de daar geplaatste planten aan het gezicht zouden onttrekken.
In de meeste moderne huizen is de vensterbank echter z?? smal, dat er slechts ??n rij kleinere planten op geplaatst kan worden. In huizen echter, waar de vensterbank iets breeder is en men slechts een klein aantal planten, hoofdzakelijk voor vensterdecoratie, wil kweeken, kan men er een houten bakje op laten maken om de planten in te plaatsen. Dit bakje kan zeer goed zoo ingericht worden, dat het de kamer volstrekt niet ontsiert. In dit bakje, hetwelk zoo diep moet wezen, dat de potten geheel aan het gezicht worden onttrokken, zet men dan eenige werkelijk fraaie blad- of bloemplanten. De liefhebber, die er pleizier in heeft, zijn planten werkelijk zelf te kweeken, ze door zaden of stekken te vermeerderen en dan de jonge plantjes op te kweeken, heeft aan de beperkte ruimte van de vensterbank niet genoeg. Toch weet zoo iemand wel raad te schaffen om meer ruimte te verkrijgen. Het eenvoudigste middel hiertoe is, dat men aan de vensterbank een tweede plank laat aanbrengen, die al naar de ruimte in de kamer en het aantal te kweeken planten, breeder of smaller kan wezen. Men kan deze plank zoo laten maken, dat zij aan het kozijn met een paar scharnieren bevestigd wordt en door een paar pootjes wordt ondersteund, zoodat zij naar verkiezing opgesteld of neergeslagen kan worden. Op de ruimte, die men op deze wijze verkregen heeft, is voor een tamelijke hoeveelheid planten plaats, en deze kunnen alle genoegzaam van het invallende licht profiteeren, wanneer zij op een doelmatige wijze worden gerangschikt. Men plaatst de planten namelijk z??, dat de kleinste in de eerste rij, d.w.z. het dichtst bij het venster staan, terwijl de grooteren, al naar de afmeting, in de volgende rijen worden gezet. Is men in de gelegenheid de kamerplanten des zomers buiten te zetten, zoo wordt de plank eenvoudig neergeslagen, zoodat zij dan niet hinderlijk is. Een groot bezwaar is echter aan deze inrichting verbonden, namelijk, dat het venster, waar de planten v??r staan, niet geopend kan worden. Gewoonlijk echter heeft het vertrek, waar men planten kweekt, meer dan ??n venster, zoodat dat, waar de planten v??r staan, wel gesloten zal kunnen blijven. Het luchten door het venster, waar de planten v??r staan, mag echter in geen geval des winters geschieden, daar de planten volstrekt niet aan een kouden luchtstroom blootgesteld mogen worden.
Ook dan, wanneer slechts ??n rij planten in de vensterbank staat, mag men het raam niet openen of men moet eerst de planten wegnemen. Dit nu is niet aan te raden, daar het veel last veroorzaakt en het veelvuldig verplaatsen voor teedere planten licht schadelijk zou kunnen zijn.
Ook in dit geval doet men dus beter het venster gesloten te laten.
Heeft men echter vertrekken, waar het venster, waarvoor de planten staan, toch geopend moet worden, dan is het beste, dat men gebruik maakt van de "Patent-Blumenbretter" van Meier en Michael te Leipzig. Deze bestaan uit twee deelen, vervaardigd uit draad- of smeedijzer en zijn z?? ingericht, dat aan ieder vensterkozijn er een bevestigd wordt, welke met een scharnier kan draaien. De bakjes hebben ongeveer de breedte van een gewone vensterbank, zij rusten daar echter niet op, maar hangen aan ijzeren kettinkjes, die aan de ramen met een haakje bevestigd zijn. Moet men nu het venster openen, dan worden de kettinkjes losgemaakt en de bakjes naar binnen gedraaid. De planten zijn dan niet aan den directen luchtstroom blootgesteld. Zeer raadzaam is het ook een houten raam te laten maken, bespannen met ijzer- of kopergaas en dit tusschen het geopende raam en de vensterbank te plaatsen. De koude lucht, die dan door het gaas moet heendringen, zal niet zulk een ongunstigen invloed op de planten uitoefenen.
Al de tot nu toe besproken voorwerpen, die dienen kunnen om planten in de kamer te kweeken, hebben een zeer groot nadeel; namelijk, dat zij de planten niet beschermen tegen de droge, stoffige kamerlucht. Wanneer men met hardere planten te doen heeft, is dit euvel niet zoo heel groot, en door herhaald besproeien en wasschen der planten, nog wel te verhelpen, vele teerdere planten kunnen echter onmogelijk vrij in een kamer verzorgd worden. Wil een liefhebber dus fijnere planten in de kamer kweeken, dan moet hij zich bedienen van een kamerkasje. In zulk een kasje, dat meestal niet kostbaar, maar ook betrekkelijk klein is, heeft men natuurlijk voor grootere planten geen plaats. Het aanbevelenswaardigste is, in zoo'n kasje Varens, Orchidee?n en bontbladerige plantjes te kweeken.
Zeer samengesteld zijn de kamerkasjes met een verwarmingstoestelletje, maar daar deze zeer veel zorg vereischen, wordt men ze meestal spoedig moede. Meestal zullen kamerkasjes een fraai voorkomen hebben en bijgevolg in een verwarmd woonvertrek gezet worden, zoodat extra verwarming dan onnoodig is. Het kasje moet zoo mogelijk op een goed voetstuk staan en kan, al naar keuze, zeer eenvoudig van hout en gewoon glas, of fraaier en dan van ijzer en spiegelglas gemaakt worden. Het kamerkasje bestaat uit een meer of minder groot met glas bedekt raamwerk, waarin aan de achterzijde een deur is, die dient voor het inzetten en verdere verzorgen der planten, of wel, men maakt er in plaats van een deur een losse ruit in, die zoo noodig uit- of ingeschoven kan worden. Indien de temperatuur in het kasje te hoog wordt, moet er gelucht worden en de inrichting moet zoo zijn, dat men dit kan doen door uit den bovenkant een ruit weg te nemen. De kamerkasjes worden zoo gemaakt, dat men ?f er slechts planten in potten in kan zetten, ?f wel de planten er in kan uitplanten. In het laatste geval moet er aan de onderzijde een bak worden aangebracht ter opneming van de aarde. Vooral moet er zorg voor worden gedragen, dat deze bak voorzien is van een afvoerbuisje om het overvloedige water te kunnen verwijderen. Dit buisje moet aan het laagste punt van het bakje bevestigd worden. Indien men de planten in het kasje uitplant, moet men zorgen vooraf een goede drainage in den bak aan te brengen. Hiertoe legge men eerst een laag potscherven, of, bij gebrek daarvan, stukjes houtskool of cokes op den bodem, en bedekke deze hetzij met een laagje moerasmos of wel met wat groven turfmolm. Op deze drainage brengt men dan de aarde aan, waar de plantjes in gezet worden; deze aarde moet bij voorkeur licht, los en niet te vochtig zijn. Het kamerkasje geeft niet alleen het voordeel, dat de planten beschut zijn tegen de droge, meestal stoffige en onzuivere kamerlucht, maar dat zij ook kunnen begoten en bespoten worden, zonder dat de meubelen daar iets van te lijden hebben, of ook het tapijt vochtig wordt.
In plaats van het kamerkasje, worden ook wel glazen stolpen gebruikt, die nu eens over een enkele plant, dan weder over verscheidene planten, die men te zamen in een bakje zet, worden geplaatst. In het laatste geval is het raadzaam zaadtesten te gebruiken, zooals die in de kweekerijen voor het uitzaaien van fijnere zaden worden gebruikt.
Zeer geschikt voor het kweeken van kamerplanten is de ruimte tusschen z.g.n. dubbele vensters, die echter hier te lande slechts betrekkelijk schaars worden aangetroffen. De architecten denken meestal het allerminst aan de bloemenliefhebberij van de aanstaande bewoners, die de door hen gebouwde huizen moeten betrekken. De dubbele vensters zijn meestal z?? gemaakt, dat er slechts even ruimte is om Hyacintglazen tusschen te zetten. Om hieraan te gemoet te komen, heeft men lange, smalle potten vervaardigd; deze zijn echter niet alleen zeer leelijk, maar ook zeer onpractisch. Beter doet men dan nog, vierkante of langwerpig vierkante potten te gebruiken , die echter niet in den handel zijn, doch aan den pottenbakker besteld moeten worden. Dit model potten is echter overbodig, wanneer men iedere plant op een klein stekpotje zet. De pot, waar de plant in staat, komt dan niet tusschen de ramen, doch tusschen de vensterruiten te staan, waar natuurlijk de ruimte aanmerkelijk breeder is; dit heeft echter weer tegen, dat de grootere potten dan geheel in het gezicht komen, wat niet erg mooi staat.
Veel aanbevelenswaardiger dan de dubbele vensters zijn de vensterkasjes. Te Weenen zijn de vensterkasjes lang geen zeldzaamheid; er bestaat daar zelfs een Vereeniging, waarvan de leden hun planten uitsluitend in vensterkasjes moeten kweeken. Het kasje moet z?? ingericht zijn, dat men het des zomers buiten en des winters binnen aan het venster kan hangen. In het kasje is een deur aangebracht, waardoor men des winters bij de planten kan komen, des zomers doet deze geen dienst, daar men dan slechts het venster behoeft te openen, om de planten te kunnen verzorgen. Het spreekt natuurlijk vanzelf, dat het kasje zoo moet ingericht worden, dat er geen water op de stoep of op het tapijt kan druipen; ook moet het voorzien zijn van zonneschermpjes, die men in de kamer moet kunnen behandelen. Het best is daartoe een groen gekleurde rouleau, die over koorden loopt. Het kweeken van planten tusschen de dubbele vensters of in het vensterkasje is in ieder geval veel loonender, dan het kweeken in de kamer, daar de planten, bij die kweekwijze, volop van het licht kunnen genieten, wat een eerste levensvereischte voor haar is.
De beste van alle inrichtingen is wel de wintertuin, dien men van uit de kamer door een deur kan bereiken. Zulk een wintertuin heeft bijna al de voordeelen van een plantenkas. De inrichting van een goeden wintertuin, die door alle fabrieken kan bezorgd worden, is echter tamelijk kostbaar. Ook het onderhoud en vooral de verwarming sleepen groote kosten met zich, waarom de wintertuinen dan ook lang niet algemeen zijn.
Een liefhebber, die er prijs op stelt door middel van planten een fraai voorkomen te geven aan zijn vertrekken, balkon of waranda, mag de ampels niet vergeten. Onder een ampel verstaat men een voorwerp, dat er op ingericht is met hangplanten bezet en zoo opgehangen te worden. Zulke hangplanten moet men niet verwarren met klimplanten. Terwijl toch de klimplanten in haar vaderland tegen boomen opklimmen en somtijds tot in de hoogste kronen toe doordringen of wel tegen de steilste rotsen opgroeien, ontwikkelen hangplanten zich heel anders. Hangplanten kruipen in haar natuurlijken toestand in de meeste gevallen over den bodem of hangen van rotsblokken naar beneden, overal wortels slaande, die voor de voeding der stengels zorgen. Deze kruipende planten, die niet, zooals de struikachtige gewassen, met hare stengels rechtop groeien, zijn het, die in de eerste plaats voor ampels in aanmerking komen.
Een goede ampel moet er bevallig uitzien en toch practisch zijn. De meeste potten-, draad- en houtwerkfabrieken brengen ampels in den handel van de meest verschillende prijzen en vormen, maar, hoe fraai deze er veelal ook uitzien, zijn zij gewoonlijk toch niet voor het kweeken van planten geschikt. De bruikbaarste is en blijft altijd de steenen ampel, bij voorkeur die, welke van hetzelfde materiaal gemaakt is, waaruit de gewone bloempotten worden vervaardigd. De grootste fout bij de ampels is gelegen in het gebrek aan een waterloozing. De spits, waarin een ampel meestal uitloopt, moet, evenals de bodem van een bloempot, doorboord zijn, zoodat het overvloedige gietwater dadelijk kan wegloopen. Om nu het bevuilen van den vloer te voorkomen, is het raadzaam onder het drainagegaatje een bakje van steen of blik te hangen, dat korten tijd na het gieten verwijderd kan worden. Een tweede fout der ampels en wel hoofdzakelijk der steenen ampels, is, dat zij te ondiep zijn. Zet men in zoo'n ondiepe ampel een hangplant, die in den pot blijft staan, dan ziet men een groot gedeelte van den pot, wat niet erg mooi is; neemt men de plant uit den pot, om haar direct in de ampel te planten, dan blijkt het, dat de aardkluit veel te groot is en ze er niet in geplant kan worden, zonder er een groot gedeelte af te snijden. De ampels mogen dus niet te ondiep zijn; als regel moet gelden, dat zij evenals een bloempot, net zoo diep als wijd moeten zijn. Een derde fout bij de ampels uit den handel is daarin gelegen, dat zij veel te mooi zijn, zoodat maar al te dikwijls het fraaie voorkomen daarvan hoofdzaak en de daarin groeiende plant nevenzaak wordt. Het uiterlijke van de ampel doet echter niets ter zake, omdat het bij een goede beplanting door de hangplanten zoo niet geheel, dan toch voor het grootste gedeelte bedekt wordt. Een zoo eenvoudig mogelijk steenen ampel, die niet te hard gebakken, maar zoo poreus mogelijk is, die uitwendig noch verglaasd, noch beschilderd is, die ten slotte naast de hoognoodige diepte, ook een gelegenheid tot waterafvoer heeft, is en zal wel altijd blijven het meest aanbevelenswaardige voorwerp om hangplanten in te kweeken, Fig. 7 toont drie zulke ampels. Links is afgebeeld een zeer eenvoudige, doch inderdaad practische ampel; in het midden een, die geheel ongeschikt is, omdat zij ?n te ondiep ?n te fraai bewerkt is; rechts eindelijk is een uit een zeehoorn vervaardigd; deze is wel niet zeer practisch, maar zeer eenvoudig en gemakkelijk te maken en juist daarom wellicht aanbevelenswaardig.
In de tweede plaats komen in aanmerking de ampels, vervaardigd van hout of vlechtwerk. Het kan niet ontkend worden, dat een z.g.n. rustieke ampel inderdaad wel fraai kan zijn. Zulke ampels kunnen op verschillende wijzen vervaardigd worden. Men kan, evenals voor orchidee?n-mandjes, geschilde of ongeschilde stukjes hout tegen elkander aanleggen, en deze met koperdraad onderling verbinden. Een tweede, veel voorkomende wijze is, dat een geraamte uit ruw hout wordt vervaardigd, hetwelk dan met boom- of kurkschors bekleed wordt; deze kan men dan nog met dennenappels of dergelijke vruchten versieren. Zulk een ampel moet natuurlijk ook van een gelegenheid tot waterafvoer voorzien zijn. Wil men er echter voor zorgen, dat het hout niet spoedig gaat rotten en dan een minder fraai voorkomen heeft, daargelaten nog de onaangename geur, dan moet er een blikken bakje in geplaatst worden. Wordt nu de plant met den pot in de ampel geplaatst, dan zal dit bakje niet hinderen; plant men haar daarentegen er in uit, dan zal men zien, dat zij na korten tijd gaan kwijnen. Het blik toch laat geen lucht tot de aarde doordringen, en als gevolg daarvan zal, wanneer men niet zeer voorzichtig is met gieten, de aarde verzuren.
Veel minder geschikt dan de houten ampels zijn die van vlechtwerk wanneer er niet voor gezorgd wordt, dat zij een stevig geraamte van ijzerdraad bevatten. Bij het beplanten toch verliest zoo'n ampel, door het gewicht der aarde, in betrekkelijk zeer korten tijd haar vorm.
De ampels, vervaardigd uit gevlochten tienden, hebben een groote fout, welke ook die, uit draadvlechtwerk, hoe fraai deze ook mogen zijn, aankleeft: namelijk de moeilijkheid met het gieten. Wanneer de aarde in zoo'n ampel wat heel erg opgedroogd is, kan men de daarin staande plant niet anders begieten, dan door het geheel eenigen tijd in een grooten emmer met water onder te dompelen. Begiet men de planten niet op deze wijze, dan zal het gietwater door de mazen wegloopen, zonder in de aarde te dringen, terwijl de meegevoerde aarde niet alleen de ampel zelf, maar ook alles wat er omheen staat, zal verontreinigen. Het ongeregelde afloopen van het gietwater, waartegen bij de gevlochten ampels geen middel bestaat, zal bij deze soorten altijd een groot bezwaar blijken te zijn, en ze in de meeste gevallen onbruikbaar maken. Heeft men echter zulk een gevlochten ampel, dan doet men het beste, die in de waranda of op het balkon te gebruiken; het doorloopende water zal daar de minste schade berokkenen. In dit geval is de voorkeur te geven aan die, welke van gegalvaniseerd draad gemaakt zijn, daar die niet roesten. Alvorens zulk een ampel te beplanten, wordt zij inwendig met tinblad bekleed, ten einde te voorkomen, dat de aarde tusschen de mazen wegvalt en daardoor de wortels bloot komen te liggen.
De eenvoudigste, beste en goedkoopste ampel is zeker wel die, welke men verkrijgt, door een gewonen bloempot in een ijzeren ring te plaatsen en aan dien ring de draden te bevestigen, waar hij aan opgehangen wordt. . Deze ampel voldoet aan alle daaraan te stellen eischen.
De beste plaats, die men den ampels geven kan, is aan het balkon of de waranda; ook zijn zij zeer geschikt voor den wintertuin. In de kamer kunnen zij wel gebruikt worden, mits zij dicht voor het venster worden opgehangen. In de meeste gevallen zijn aan iedere ampel, op gelijke afstanden, drie metalen ringen bevestigd. Aan deze ringen worden koorden of kettinkjes vastgemaakt, welker sterkte moet ge?venredigd zijn aan de grootte en zwaarte van de ampel. Deze drie koorden of kettinkjes moeten weder in een ring te zamen komen. Hangt de ampel z?? hoog, dat men haar niet gemakkelijk kan bereiken, dan moet aan laatstbedoelden ring weder een koord bevestigd worden, dat over een in den zolder aangebrachte katrol loopt, zoodat men haar, zoo noodig, zonder beschadigen kan laten zakken.
Zeer kleine ampels, waarin slechts ruimte is voor ??n plant, hetzij met den pot er in geplaatst, hetzij er in uitgeplant, kan men zeer gemakkelijk zelf vervaardigen uit een pompoen- of kokosnoot-schaal. Zulke ampeltjes zijn heel aardig om in het vertrek v??r het venster te hangen, daar zij het licht niet te veel onderscheppen. Wanneer men er nu ??n moerasplant, zooals bijv. Tradescantia of Isolepis gracilis in plant, dan kan men de overblijvende ruimte met stukjes spons aanvullen. Deze zuigen het water op en zorgen dus, dat de aarde behoorlijk vochtig blijft, terwijl de fijne worteltjes er gemakkelijk in kunnen doordringen.
Zeer gemakkelijk zijn de ampels te vullen, waarin men de planten met den pot plaatst; deze mogen niet te groot zijn en er moet voor gezorgd worden, dat zij een gladden bodem hebben, opdat de potten goed vaststaan. Als regel zal men er slechts ??n plant in plaatsen of wel een grootere, waar eenige kleinere omheen worden gezet.
De ampels, waarin de planten uitgeplant worden, moeten als volgt behandeld worden. Op de drainage-opening legt men een omgekeerde scherf, de holle zijde naar de opening gekeerd; hierop worden nog enkele scherven gelegd, en deze worden met een laagje ruwen turfmolm gedekt. Hierop brengt men dan eerst de aarde. Deze aarde moet, om een te spoedig uitdrogen te voorkomen, niet al te licht zijn. In het midden van zeer groote ampels zet men dan een fraaie opgroeiende plant, zooals een Palm of iets dergelijks. Hieromheen kunnen enkele lagere opgroeiende blad- of bloemplanten gezet worden, bijv.: Cyperus, Pelargonium, Fuchsia of Heliotroop; de eigenlijke hangplanten worden dan rondom deze laatsten geplant. Bij een dergelijke beplanting moet men er op letten, dat de gebruikte bloemplanten niet te veel in de hoogte groeien; beter is het, wanneer zij zich vertakken, hetgeen men gemakkelijk kan bevorderen, door den hoofdstengel tijdig in te snijden. De ampel mag vooral niet overvuld worden. Men moet aan de planten gelegenheid geven zich behoorlijk te ontwikkelen, terwijl ook de kluiten er in geplant moeten kunnen worden, zonder dat het noodig is, die veel te beschadigen.
De gereedschappen.
Een liefhebber, die zijn planten in de kamer kweekt, bedient zich van betrekkelijk zeer weinig gereedschappen; laten wij die, welke bij het bespreken van het zaaien, stekken en verplanten vermeld zullen worden, zooals de verplantstok, het repikeerhoutje en het pincet voorloopig rusten, dan blijft ons als het belangrijkste stuk gereedschap de gieter over.
Wanneer men grootere planten te gieten heeft, die in den wintertuin, onder de waranda, of op het balkon staan, dan doet men het beste zich een gewonen gieter aan te schaffen, zooals die in de kweekerijen gebruikt wordt. De gieter, dien men gebruikt om de bloemtafel en de andere in de kamer gekweekte planten te gieten, kan veel kleiner en sierlijker zijn. In de meeste gevallen is hij groot genoeg, wanneer hij 3-5 liter water kan bevatten. Het handvat moet aan zulk een kamergietertje goed groot en gebogen zijn, terwijl er vooral op moet gelet worden, dat de tuit vrij lang is; opdat men, wanneer de planten wat ver uit elkander staan, de verst weg staanden toch goed kan bereiken . Bij een zoodanigen gieter behoort een broes te zijn met kleine gaatjes, die men in verschillende vormen heeft; namelijk nu eens met een rond en gebogen, dan weder met een ovaal en plat bovenvlak.
Het duurzaamste, doch ook verreweg het duurste zijn de koperen gieters. De broes dient tot het aangieten van zaden, stekken en pas verpotte planten, alsook om des zomers de buitenstaande planten te besproeien. Een zeer bijzonderen gieter, met een lange tuit en een slechts aan de bovenzijde met gaatjes voorziene broes, toont ons fig. 10. Deze gieter is zeer geschikt om buitenstaande planten te begieten. Daar men met den gieter de planten slechts aan de bovenzijde der bladeren kan bevochtigen en ook het besproeien van de achterzijde dringend noodig is, al was het slechts ter bestrijding van het ongedierte, dat daar bij voorkeur huist, moet een liefhebber ook beschikken over een kleine handspuit . Deze handspuitjes zijn in iederen winkel, waar men tuingereedschappen verkoopt, te verkrijgen.
Ze moeten, willen zij goed zijn, uit geel koper vervaardigd en aan het uiteinde van een fijne broes voorzien zijn. Daar het kleinste model dier spuitjes voldoende is, behoeven ze niet kostbaar te wezen. Voor het gebruik in de kamer zijn de handspuitjes minder aan te bevelen, omdat bij gebruik daarvan het nat worden van het tapijt en der meubelen moeilijk te voorkomen is. Voor de kamer beveelt zich het meest de z.g.n. rafraichisseur aan. Deze toestelletjes heeft men in velerlei soorten en zeer verschillende prijzen.
De eenvoudigste rafraichisseurs spuiten, door in het daartoe bestemde mondstuk met kracht te blazen, wat zeker nogal vermoeiend voor de longen is. Om hieraan te gemoet te komen, heeft men rafraichisseurs gemaakt, voorzien van een elastieken bal. Door den bal in te drukken begint het toestel te spuiten. Ook heeft men er in de laatste jaren in den handel gebracht, waar men slechts aan een handvatsel behoeft te pompen, of wel op een knop te drukken, om ze in werking te stellen. Deze toestelletjes zijn voor de kamer zeer geschikt, daar zij het water z?? fijn verdeelen, dat dit als stof op de bladeren valt, en ze voldoende bevochtigt, terwijl zij de meubelen geenszins bederven.
Rafraichisseurs, zooals deze in Fig. 12 zijn afgebeeld, worden vooral door dames veel gebruikt om eau de cologne en andere odeurs in een kamer te verspreiden.
Als andere gereedschappen heeft men nog noodig een spuitje om insectenpoeder op de bladeren te spuiten; verder een zachte spons om deze af te wasschen en een kwastje om de bladoksels, waar men met de spons niet bij kan, schoon te maken. Als laatste gereedschappen moet men voorzien zijn van een goede rozenschaar en een scherp mes.
De aarde.
Bij het kweeken van planten in de kamer, speelt natuurlijk de aarde ook een zeer gewichtige rol. Ieder liefhebber moet trachten zich op de hoogte te stellen van de verschillende aardsoorten en hare toepassing. Ook zij, die zich niet bezighouden met het zaaien en vermenigvuldigen van planten en die, hetgeen zij noodig hebben, eenvoudig in een kweekerij koopen, komen toch dikwijls in de noodzakelijkheid verschillende grondsoorten te moeten gebruiken. Als regel kan men aannemen, dat de planten, die men koopt, in een goed aardmengsel staan; maar vroeger of later komt men toch in de noodzakelijkheid dit te moeten vernieuwen, hetzij, doordat de planten goed gegroeid zijn en een grooteren pot moeten hebben; hetzij, dat zij ziek zijn geworden en daarom de aarde moet ververscht worden. Wil men nu van dit verplanten een goed resultaat verwachten, dan is het niet alleen noodzakelijk, dat deze bewerking goed wordt uitgevoerd, maar nog veel noodiger, dat men het juiste grondmengsel kiest.
Voor gewone kamerplanten, waarvan men spreekwoordelijk zegt, dat zij als onkruid groeien, is het voldoende gewone bladaarde te gebruiken, waarin het meerendeel dezer planten zeer goed groeit. Veel beter doet men echter, aan iedere plant dat grondmengsel te geven, hetwelk zij noodig heeft. In de meeste gevallen toch kan men niet volstaan met de planten in een enkele grondsoort te kweeken, doch moet men een mengsel van verschillende grondsoorten samenstellen. Deze mengsels moeten met eenig overleg worden gemaakt. Is de aarde te zwaar, dan lijden de planten, doordat zij er niet goed in kunnen wortelen en is zij te licht, dan werkt het snelle uitdrogen zeer nadeelig.
Een eenvoudige, maar voor vele planten zeer geschikte grondsoort is de compostaarde. Men verkrijgt dezen grond door allerhanden afval, zooals het tuinonkruid, het in het najaar afgevallen blad, het des zomers gemaaide gras en verder allen keukenafval in een afgelegen hoekje van den tuin op een hoop te laten werpen. Dergelijke hoopen moeten van boven vlak zijn, zoodat men ze met het vuile huishoudwater, vatenwater, dierlijken afval, bloed, enz. kan laten overgieten. Laat men nu een zoodanigen hoop om de twee maanden met een mestvork flink omzetten, dan zijn de zoo opgehoopte stoffen na verloop van een paar jaar volmaakt verteerd en in aarde veranderd. Deze aarde wordt door een niet al te nauwe zeef gehord, opdat alle grovere deelen, zooals niet-verteerde takjes, scherven, enz. verwijderd kunnen worden en dan op een hoop gezet, dien men hoogstens slechts eens per jaar behoeft om te werken.
Een lichtere grondsoort is de bladaarde. Wanneer het in den herfst afgevallen blad afzonderlijk op een hoop wordt gezet en men er voor zorgt, dezen hoop ook voldoende om te werken, dan verteert het blad langzamerhand en is na 1 1/2 of 2 jaar overgegaan in een donker gekleurde lichte aarde. Veel beter, dan de op deze wijze verkregen aarde, is de zoogenaamde boschgrond, die in beuken- of eikenbosschen gevonden wordt. Een liefhebber, die slechts weinig van dezen grond noodig heeft, kan dien, met toestemming van den eigenaar, zeer gemakkelijk in het een of andere bosch opzoeken. Men begeeft zich daartoe eenigszins diep in het eigenlijke bosch, verwijdert de bovenste bladlaag, die den bodem bedekt en waaronder dan een laag, meer of minder dik, van een zeer lichte, zachte grondsoort gevonden wordt. Deze aardlaag is de zoogenaamde boschgrond.
Een voor vele planten zeer geschikte grondsoort is de heidegrond. Deze aarde is, wanneer men ze door een fijne zeef gehord heeft, uitstekend geschikt om op te zaaien of om in te stekken. Ongehord is het een zeer ruwe grond, die, hetzij onvermengd, hetzij met toevoeging van andere grondsoorten, veel gebruikt wordt. De heidegrond vindt men op de heide of in bosschen, waar veel heidekruid, boschbessen en dergelijke planten groeien. Men vindt hem gewoonlijk in slechts enkele centimeters dikke lagen. Daar de bedoelde plantensoorten in hoofdzaak slechts op zandgronden groeien, is de heidegrond in de meeste gevallen met meer of minder zand vermengd.
Arm aan zand is een andere grondsoort, die men ook tamelijk veel aantreft, namelijk de veengrond. Deze grond wordt gevonden in veenachtige weiden en daar hij nogal dikwijls zuurachtig is, doet men wijs hem v??r het gebruik een paar jaar aan de lucht bloot te stellen. Zeer raadzaam is het vooral, een hoop veengrond des winters enkele malen goed te laten omzetten, opdat de vorst er goed op kan inwerken. Sommige plantensoorten als Alpen-rozen, Azalea's, Erica's groeien in met zand vermengden veengrond beter dan in iedere andere aarde.
Een zeer goede en lichte grondsoort is ook nog de houtaarde. Deze kan men slechts zelden in groote hoeveelheden verkrijgen. In de meeste gevallen wordt zij aangetroffen in holle boomen, vooral Wilgen. In grootere hoeveelheden wordt deze ook wel gevonden bij groote houtzaagmolens. Wanneer men daar op plekken, waar de boomen van de schors ontdaan worden, de ruwe oppervlakte wegruimt, dan treft men er een zwarte zachte aarde onderaan. Deze kan men, wanneer zij uitgehord is, direct gebruiken. Hetzelfde ontstaat, wanneer zaagsel enkele jaren op een hoop gezet en omgewerkt wordt. Hoewel deze grond voor enkele planten zeer goed is, zal het altijd eenigszins lastig zijn, hem in voldoende hoeveelheden te verkrijgen.
Belangrijker, dan de genoemde lichte grondsoorten, is voor den liefhebber, de zeer voedzame broeiaarde. De broeiaarde wordt verkregen door den paardemest, die in het najaar uit afgekoelde warme bakken wordt gestoken en die reeds grootendeels verrot is, op een hoop te zetten. Wordt deze hoop in den loop van den winter en der lente een keer of drie-, viermaal goed omgezet, dan verandert de oude mest in den loop van het jaar in zwarte aarde. In dezen grond, die zeer voedzaam is, groeien snel ontwikkelende planten uitstekend.
Nog voedzamer is een soort van mestaarde, die men verkrijgt door stroovrijen koe- en schapemest op een hoop te zetten en zoo te laten verteren.
Broei- en mestaarde kan men beschouwen als middelmatig zware grondsoorten. Bij het kweeken van planten heeft men echter ook zwaren grond noodig, en daarvoor komt in de eerste plaats de kleigrond in aanmerking. Hiertoe neemt men de klei, die onder de graszoden van weilanden gevonden wordt, zet die los op een hoop en laat ze des winters, wanneer de vorst het eenigszins toelaat, enkele malen flink omzetten, zoodat zij goed kan doorvriezen. Is deze grond goed doorgevroren en wil men, in het voorjaar, een der grootere stukken in de hand nemen, dan valt dat uit elkander, zoo los is het geworden.
Hetzelfde doel, dat men met den kleigrond bereikt, bereikt men ook met graszodengrond. Om graszodengrond te maken, neemt men zoden van goed beweid weiland, en zet die met het gras naar onderen op een hoop. Zulk een hoop laat men een jaar staan, om hem in het voorjaar van het volgend jaar flink om te zetten. Deze bewerking herhaalt men des zomers en in het najaar nog eens. Vriest de hoop dan in den daarop volgenden winter goed door, dan is hij in het voorjaar voor gebruik geschikt. Is men niet zeker graszoden van weilanden te verkrijgen, die goed beweid zijn, dan doet men het beste een laag zoden neer te leggen van ? 10 cM. dikte, hierop een laag koemest van ongeveer 5 ? 6 cM. dikte, dan weder een laag zoden en zoo doorgaande tot de hoop klaar is. De bewerking is dezelfde als die zoo juist genoemd. Is deze grond gereed, dan heeft men niet alleen een zeer zwaren, doch ook een zeer voedzamen grond. Een zeer goede aarde van hetzelfde gehalte verkrijgt men ook, door in weilanden de mollenhoopen te verzamelen. Deze grond is meestal zeer goed en vrij van ongedierte en dergelijke plagen.
In den laatsten tijd wordt ook veel gebruik gemaakt van turfstrooisel. Turfstrooisel, goed fijn gemaakt, is zeer geschikt om in te kweeken en kan ook dienen, om te zwaren grond lichter te maken. Beter daartoe geschikt is echter de aarde, die men verkrijgt, door turfstrooiselmest langen tijd op een hoop te laten staan. Turfstrooisel komt tegenwoordig bij wijze van groote balen in den handel voor, en is niet duur.
Een zeer belangrijk bestanddeel der grondmengsels is ook het zand. Nooit is een grondmengsel goed om planten in te verpotten, wanneer het niet minstens 1/6-1/12 zand bevat. Het zand houdt de aarde rul en frisch, terwijl het ook een goede afwatering bevordert. Het beste zand, dat men gebruiken kan, is grof rivierzand, ook wel bekend onder den naam van scherpzand. Minder geschikt is z.g.n. duinzand, daar dit te fijn is, waardoor de aarde, na lang gieten, zich te veel sluit en een goede waterafvoer dan niet meer mogelijk is.
Add to tbrJar First Page Next Page Prev Page