bell notificationshomepageloginedit profileclubsdmBox

Read Ebook: Het leven en de lotgevallen van David Copperfield by Dickens Charles Dutric Translator

More about this book

Font size:

Background color:

Text color:

Add to tbrJar First Page Next Page Prev Page

Ebook has 6859 lines and 414542 words, and 138 pages

,,Copperfield heeft dien naam gekozen," antwoordde mijne moeder. ,,Toen hij het huis kocht, nestelden hier tallooze kraaien in den omtrek."

De avondwind blies op dit oogenblik zoo hevig door eenige oude olmen in den tuin, dat mijne moeder noch mijne tante konden nalaten dien kant uit te kijken. Wanneer de olmen tot elkander overbogen gelijk reuzen, die geheimen hadden te verhandelen, en, na een oogenblik rust, weder in heftige beweging kwamen en hunne takken als armen uitstaken, alsof hunne vertrouwelijke mededelingen zoo snood waren dat ze hunne gemoedsrust verstoorden, werden werkelijk op de hoogste takken eenige verlaten kraaiennesten heen en weer geslingerd als wrakken op eene onstuimige zee.

,,Waar zijn de vogels?" vroeg tante Betsey.

,,De.....?" Mijne moeder had aan andere dingen zitten denken.

,,De kraaien? Wat is er mee gebeurd?" herhaalde tante Betsey.

,,Zoolang wij hier gewoond hebben is er geen enkele kraai geweest," zei mijne moeder. ,,Wij meenden.... Copperfield meende.... dat er heel veel waren, maar het bleken oude nesten te zijn, die door de vogels waren verlaten."

,,David Copperfield op en top!" riep tante Betsey uit. ,,David Copperfield op en top! Noemt het huis ,Kraaiennest', terwijl er geen kraai in de buurt is en neemt maar op goed geloof aan dat er vogels zijn als hij de nesten ziet! O! O!"

,,Mijn beste Copperfield is dood," zei mijne moeder. ,,Ik verwacht dat gij niet op minachtenden toon over hem zult spreken...."

Ik geloof waarlijk dat mijne goede moeder een aanval op mijne tante op het oog had, die haar met een pink zou hebben kunnen omgooien, zelfs al was mijne moeder in gunstiger omstandigheden voor een gevecht geweest dan op dezen avond. Het bleef er echter bij dat zij van haar stoel opstond en weer ging zitten, waarna zij in eene flauwte viel.

Toen zij weder bijkwam of door tante Betsey was bijgebracht, stond deze bij het venster. De schemering was intusschen door volslagen duisternis opgevolgd en had de haard niet gebrand, dan zouden zij elkander in het geheel niet hebben kunnen zien.

,,Wel?" zei tante Betsey, weder plaats nemende alsof er niets gebeurd was, ,,wanneer verwacht gij de nieuwe wereldburgeres?"

,,Ik weet niet.... ik beef zoo...." stamelde mijne moeder. ,,Ik zal het zeker niet overleven".

,,Gekheid.... drink maar een kopje thee."

,,O, lieve Hemel, zou dat goed voor mij zijn?" riep mijne moeder radeloos uit.

,,Zeker, zeker.... het is niets dan verbeelding," hernam tante Betsey. ,,Hoe heet uw meisje?"

,,Maar ik weet immers niet of het een meisje zijn zal," antwoordde mijne moeder onschuldig.

,,De Hemel beware het kind!" riep tante Betsey, de tweede spreuk op het bakerkussen in de lade herhalend, doch in plaats van op mij, op mijne moeder toepassende. ,,Dat bedoel ik niet; ik bedoel uw dienstmeisje."

,,Peggotty," zeide mijne moeder.

,,Peggotty!" herhaalde tante Betsey. ,,Gij zult toch niet beweren dat er ooit een menschelijk wezen in een christenkerk gedoopt is met den naam Peggotty?"

,,Het is haar familienaam," hernam mijne moeder bedeesd. ,,Copperfield noemde haar altijd zoo, omdat zij denzelfden voornaam heeft als ik."

,,Hela! Peggotty!" riep tante Betsey, de kamerdeur openende, ,,breng wat thee. Mevrouw is niet wel. Vlug wat!"

Nadat zij deze bevelen gegeven had op een toon van gezag, alsof er zoo lang het huis had bestaan nooit iemand anders aan het hoofd van de huishouding had gestaan dan zij, en na zich even vertoond te hebben aan de verbaasde Peggotty, die op het geluid van de vreemde stem met een kandelaar in de hand kwam aanloopen, sloot zij de deur en nam hare oude plaats weer in: met de voeten op den haardrand, den rok van de japon opgeslagen en de handen gevouwen over ??ne knie.

,,Gij zeidet zoo even dat gij niet wist of het een meisje zal zijn," begon zij. ,,Ik ben er zeker van dat het een meisje zijn zal. Ik heb een voorgevoel dat het een meisje zijn zal. En, mijn kind, van het oogenblik van de geboorte van het meisje...."

,,Misschien is het een jongen," waagde mijne moeder op te merken.

Na elken volzin knikte tante Betsey met het hoofd, alsof al het geleden onrecht weder bovenkwam; blijkbaar kostte het haar moeite om er niet telkens over te beginnen. Mijne moeder kwam dit ten minste zoo voor, toen zij haar gadesloeg bij het doffe schijnsel van het haardvuur; eigenlijk was zij te bang voor tante Betsey, te verlegen en te pijnlijk om alles goed waar te nemen en te weten, wat zij antwoorden moest.

,,En was David een goed echtgenoot, mijn kind?" vroeg tante Betsey na eenige oogenblikken gezwegen te hebben; de bewegingen met het hoofd hadden nu geheel opgehouden. ,,Kondt gij het goed met elkaar vinden?"

,,Wij waren heel gelukkig," antwoordde mijne moeder. ,,Copperfield was eigenlijk veel te goed voor mij."

,,Hij heeft u zeker erg bedorven," hernam tante Betsey.

,,Ja, ik vrees wel dat hij het gedaan heeft," snikte mijne moeder, ,,nu ik geheel alleen ben achtergebleven en op mijne eigen beenen moet staan in deze ruwe wereld, voel ik het maar al te goed."

,,Kom! Gij moet nu niet schreien!" zei tante Betsey. ,,Gij pastet niet bij elkander--alsof ooit twee menschen bij elkander passen--daarom deed ik deze vraag. Gij waart wees, niet waar?"

,,Ja."

,,Gouvernante?"

,,Ik was bonne bij eene familie waar Copperfield aan huis kwam. Copperfield was altijd heel vriendelijk jegens mij, bewees mij allerlei oplettendheden en bood mij eindelijk hart en hand aan. Ik wees hem niet af en zoo trouwden wij," antwoordde mijne moeder op hare ongekunstelde manier.

,,Och! Arm kind!" mompelde tante Betsey, terwijl zij met gefronst voorhoofd naar het vuur keek. ,,En hebt gij ook verstand van een en ander?"

,,Hoe bedoelt gij dat, mevrouw?" stotterde mijne moeder.

,,Van de huishouding bijvoorbeeld?"

,,Niet veel, naar ik vrees," antwoordde mijne moeder. ,,Niet zooveel als ik wel wenschte, maar Copperfield was een goed leermeester...."

,,En hij wist er zelf zooveel van!" riep tante Betsey uit.

,,.... en ik zou zeker spoedig op de hoogte zijn geweest, want ik was zeer begeerig om te leeren en hij geduldig in het onderrichten, indien mij niet het groote ongeluk van zijn dood...." mijne moeder barstte opnieuw in tranen uit en kon niet voortgaan.

,,Zoo, zoo!" zei tante Betsey.

,,Ik hield mijn huishoudboek geregeld aan en maakte elken avond met Copperfield de balans op," riep mijne moeder in wanhoop uit. Zij was op het punt om nogmaals flauw te vallen.

,,Zoo, zoo!" herhaalde tante Betsey. ,,Maar schrei dan toch niet zoo."

,,.... En ik verzeker u dat wij nooit een enkel woord verschil er over hadden dan wanneer Copperfield vond, dat mijne drie?n en vijven te veel op elkaar geleken of dat ik te groote krullen aan de zevens en negens maakte," vervolgde mijne moeder snikkende en bleef al weder steken.

,,Gij zult u nog ziek maken," zei tante Betsey, ,,en dat zou noch voor u, noch voor mijn peetdochtertje goed zijn. Kom! Laat dat nu maar!"

Dit argument bracht mijne moeder een weinig tot kalmte en nu volgden er eenige oogenblikken stilte, alleen afgebroken door het herhaalde ,Zoo, zoo!' van tante Betsey, die met de voeten op den haardrand zat.

,,Ik weet dat David eene lijfrente voor zichzelven gekocht had," sprak zij eindelijk. ,,Wat heeft hij voor u gedaan?"

,,Copperfield," antwoordde mijne moeder--het kostte haar zichtbaar inspanning--,,Copperfield is zoo omzichtig geweest om een gedeelte daarvan op mijn naam te doen overschrijven."

,,Hoeveel?" vroeg tante Betsey.

,,Honderd en vijf pond 's jaars," antwoordde mijne moeder.

,,Dat had slimmer kunnen zijn," zei tante. Het woord ,,slimmer" was met het oog op de omstandigheden van dit oogenblik zeer eigenaardig gekozen. Mijne moeder was zooveel ,,slimmer", dat Peggotty, die met de lamp en het theeblad de kamer binnenkwam, ziende hoe onwel mijne moeder was--ware het lichter geweest, dan zou tante Betsey het ook wel opgemerkt hebben--haar terstond naar boven, naar hare eigen kamer bracht en haar neef, Ham Peggotty, die reeds eenige dagen heimelijk, zonder dat mijne moeder het wist, in de keuken opgesloten was geweest om in geval van nood als koerier dienst te doen, naar den dokter en de baker zond.

Deze verbonden machten waren niet weinig verbaasd, toen zij, eenige minuten na elkander binnenkomend, eene vreemde dame met een onheilspellend uiterlijk bij den haard vonden zitten, met de muts over den linkerarm en watten in de ooren. Peggotty kon geen opheldering omtrent haar geven en mijne moeder sprak ook geen woord over haar, zoodat zij daar zat als een levend geheim; terwijl het feit, dat zij een geheele scheepslading watten in hare zakken scheen te hebben en maar voortging met het vullen van hare ooren, volstrekt geen afbreuk deed aan het statige in haar voorkomen.

Add to tbrJar First Page Next Page Prev Page

 

Back to top