Read Ebook: Geertje by Meester Johan De
Font size:
Background color:
Text color:
Add to tbrJar First Page Next Page
Ebook has 2454 lines and 96961 words, and 50 pages
woon doen. En ze zat dan niet bij Oom.... Werd daar?.... Ja, daar riep Meneer!
--'En brief? Ik kom!.... O, dank u wel.
--Hij sting op de schoorsteen, achter. Gisteravent al gekomme.
--Dank u wel.
Vriendelijk van Meneer, om half de trap voor d'er op te komme. De J?ffrouw niks d'er van gezeid, dat er een brief was.... O jee ja, dat muntje nog....
--Meneer!
Gauw nog weer de trappen af, Meneer achterhaald, en gevraagd of hij wisselen kon.
--Kom dan maar effe bij me op 't ketoor.
--Assublief.
'En brief van Groo'va! Groo'moe's beurt toch, deze week. Och jee, Groo'moe "minder goed". Daar had Groo'va wel gelijk an, Groo'moe hartkloppinge, altijd ongerust. H?? Rika Heukelman, wou d?e komme helpe? Natuurlijk omdat die slechte Geer d'er niet was. H?, zoo'n spook, net of Nicht Bet 'et niet meer kon.... Wat! Oom, nou na huis? Dat moest ook 'en rede hebbe! en haar had-ie niks gezeid! Zou-d-ie dan n?g om dat geld?.... H?, wat naar toch. Moest zij schrijve? Nee', niet klikke. Maar wat d?n?.... H?, as Oom hier is niet woonde!.... Dan zat zij nou ook niet hier. "Het geeft ons vreugde, dat Gij u bij de Familie Heins meer en meer schijnt thuis te gevoelen. Maar vergeet toch niet, mijn Kind, ons wezenlijk Tehuis is niet van deze aarde. "Een ding heb ik van den Heere begeerd,"--zegt de Psalmist--"dat zal ik zoeken: dat ik al de dagen mijns levens mogt wonen in het huis des Heeren...." Wat had dat er mee te maken, dat ze 't prettig had hier thuis! As ma'r niet die vele standjes tusse man en vrouw.... Z?? naar! 't Was Meneer ook an te zien, telke's as d'er standjes ware. Juffrouw niet, zag altijd grauw.... Maar 'en korte brief van Groo'va. Naar van Groo'moe.... En d?n Oom! As et goeie mens d?t wist! Nee, zij m?cht-er niks van schrijve, 't zou dan loope as et liep. Toch es vrage straks an Oom! En nou weg!.... Et muntje nog....
--Wat kijk jij weinig kermisachtig! zei Meneer, terwijl hij haar het geld voortelde, twee rijksdaalders en vijf guldens.
Ze stond naast zijn hooge lessenaar, waar ze daag'lijks kwam te staan, 's morgens bij het koffie-brengen. Maar het was er nu zoo anders, met de Zondag, niemand verder, leegt'-en-stilte overal. Toen ze binnen was gekomen en Meneer weer had zien zitten, netjes op zijn zondagsch nu, maar zoo ijverig toch bezig in de groote cijfersboeken, was, als wachtte't bij de deur, over haar 't gevoel gevallen dat ze toch niet k?n verkroppen al die narigheid hier thuis. Moedig was ze van boven gegaan, net; vast van zins om nu niet aan 'er zenuwen toe te geven, zich heen te zetten over al de droeve dingen van deze dag. Maar ze kreeg z??'n meelij met hem....
--Heb je niet veel schik gehad?
Ze knikte nee'. Keek hem niet aan. Wat kon de kermis nu toch schelen!
--Jullie ben toch uit gegaan?
--.... Oom was dronke, zei ze aarz'lend.
--Oom?!.... Hij kan zoo weinig hebbe!
Was dat zoo? daar was ze blij om.
--Weet u 't zeker?
--Wat?
--Van Oom.
--Dat ie weinig hebbe kan? Och jee ja kind. Posetief hoor!
Meneer l?chte! Zij.... ze kon niet. Toch viel haar een pak van 't hart! Oom h?d gister' veel gedronke. Goeie hemel, al die glaze! Maar as nou z'en vriend toch zei....
--Wier' ie lastig? vroeg Meneer.
--Lastig?.... Och....
--No', hij k?n soms lastig weze.... Was ie niet heel aardig voor je?
--Hij? Jawel. Maar Gerrit Holkers....
Ze wist niet of ze 't zeggen zou. Ze schaamde zich zoo over wat er was gebeurd, ze zou ommers ook liever heelem??l niet meer over de kermis hebben gesproken, maar ze had zoo'n beh?efte om het te zeggen, om vertrouwelijk te doen tegenover Meneer....
--Holkers? Da's 'en zure jonge.
--'En gem??nert.
--Zoo? dat ook?.... Och jee!.... Dus geen pret gehad?
--Pret? Nee niks!
--Wij... moste-n-is same kermishoue'!... Zou je wille...
Zij voelde de lessenaar wankelen. Ze hoorde heel goed hoe Meneer het meende, niks as 'en grapje, uit goejigheid, omdat ze zoo'n nare avent gehad had; en toch kreeg z'opeens 'en angst, of z'en droom vervuld zag worden: Hij, Hij was et, gister'avent, in de tent, die mooie jonge, die daar met 'en meisje zat!.... Got!.... Meneer mocht toch niks merke....
--J....j....a! stotterde ze, met gedwongen lachje, zooveel m?gelijk als-vroolijk.
Gauw 'et geld nu, en dan weg!
--Wat hei'j de kinders blij gemaak', hoorde ze zijn vriendelijke stem.
--Blij?.... Mit niks!
--Nou ja, ze krijg 'et toch.
--Ik vin' 't zoo aardig van je, Geertje--streelde weer die lieve stem--da'j zoo lief ben voor me kinders. Tr??sje heb-ie opgepast.... as 'en moeder.
Even dorst zij opzien. In die mooie oogen. Hij, zoo go?d, zoo'n beste vader, en z?? vriendelijk voor h??r....
--'t Snoesje! zei ze.
Truus, 'en engel!
Nam meteen et geld van tafel.
Toen, opeens, h?eld hij haar hand.
Klemde die, zacht, in de zijne.
--'k Wou da' jij de moeder was....
--O, Meneer!
De gulden viel.
Maar zij holde weg, het huis uit.
De vreemdheid van een ijswagentje, wit, met goud, en rood gordijntje, poppedingetje, zoo vreemd, schrikte haar van haar verbijstering los. Eensklaps was het ding vlak v??r haar, dreigde 't witte hout hoog v??r haar, zag ze zich er tegen loopen.... Got! ze was op de brug over 't Steiger.--Daar hadt je de ouwe juffrouw Van Dam met kerkboek.--"Dag Juffrouw!"--Ze was bijna tegen de ijsvent angeloope.... Wat 'en mense!--Hoogstraat! Liep ze? Och j?, ze liep goed, nou de Wagestraat maar.
Add to tbrJar First Page Next Page