bell notificationshomepageloginedit profileclubsdmBox

Read this ebook for free! No credit card needed, absolutely nothing to pay.

Words: 51087 in 23 pages

This is an ebook sharing website. You can read the uploaded ebooks for free here. No credit cards needed, nothing to pay. If you want to own a digital copy of the ebook, or want to read offline with your favorite ebook-reader, then you can choose to buy and download the ebook.

10% popularity   0 Reactions

HET BELEG EN DE VERDEDIGING VAN HAARLEM, in 1572-1573.

DOOR J. van de CAPELLE.

DERDE DEEL.

HAARLEM. J. P. NOBELS.

EERSTE HOOFDSTUK.

Twee dagen na den onvergetelijken uitval in den Hout verloren de belegerden Dirk Brazeman, den luitenant van Lancelot van Brederode, die door een musketkogel in de borst was getroffen. Intusschen klonk de roem der Haarlemmers door heel Nederland; doch de overwinning werd niet weinig vergroot en men schreef zelfs aan den graaf Van Nassau de onwaarheid, dat ook Otto van Eberstein, Fronsberger en Liques gesneuveld waren. Maar wat te dien tijde, in evenredigheid, geen minder naam maakte, was de stoute daad van een vrijbuiter. Echte waaghalzen waren de vrijbuiters, die het leger van Frederik niet zelden afbreuk deden, hetzij op schaatsen, hetzij met hunne roei-jachten. Zij hadden den toren van Westzanen tot bespiedingsplaats. Vandaar konden zij de schepen zien, die telkens uit Amsterdam levensmiddelen naar het Spaarne en het Huis Ter Kleef aanvoerden. Dan kwamen zij van achter de dijken en door de daarin gemaakte openingen den buit bespringen en behaalden meer dan eens groote voordeelen.

Zoo trok in het laatst van Maart een kornet van honderdvijftig speerruiters of lanciers van Amsterdam naar het Huis Ter Kleef. Na den dooi had veel regen den dijk langs het Y niet alleen glibberig gemaakt, maar de grond was ook zoo week, dat de paarden slechts stapvoets konden rijden en hier en daar nog diep in den modder zakten. Twee roei-jachten, met achttien koppen bemand, hadden zich op het Y achter een rietkraag verborgen; en 't Hoen, die reeds drie jaren lang het Y en de kusten voor den Spanjaard onveilig had gemaakt, was hun aanvoerder. Nauwelijks had 't Hoen gezien, dat de ruiters zich op dat vak van den dijk bevonden, waar zij aan beide zijden door het water waren ingesloten, of hij gaf zijne bevelen. Met het eene jacht in den voortocht blijvende, springt hij met zeven der zijnen op den dijk. Vier hunner, met lange pieken gewapend, stellen zich in het front, terwijl het tweede gelid, met musketten voorzien, zich gereed houdt om, bij genoegzame nadering der ruiters, een zeker schot te doen. Weldra zijn er vier gevallen en daar hunne pieken veel korter zijn, kunnen zij geene genoegzame vaart maken. Zij deinzen; de musketiers laden opnieuw; de ruiters wenden achterwaarts; doch nu zijn ook de vrijbuiters op den dijk aan de Amsterdamsche zijde gesprongen, en ook daar worden de ruiters op dezelfde krachtige wijze ontvangen en teruggedreven.

De Spanjaarden dus van weerskanten ingesloten, van de eene zijde naar de andere gedrongen en reeds door de langere pieken getroffen, eer de hunne de vrijbuiters kunnen bereiken, wenden opnieuw; doch van voren en van achter ontmoeten zij den dood; het eene paard na het andere blijft in het slijk zitten; zij verdringen elkander op het glibberige pad, en wie niet valt door de pieken of musketten der manschappen van 't Hoen, wordt van het paard afgeworpen en door zijne makkers in den modder vertrapt. Weldra is het geen gevecht meer; het is een moord; de eene Spanjaard sneuvelt na den anderen en--Haarlem heeft een kornet kloeke speerruiters minder te bevechten; achttien vrijbuiters hebben honderdvijftig Spanjaarden vernield. De paarden zijn hun buit; deze worden met de wapenen en de kostbaarheden in de roei-jachten geladen; doch het meerendeel aan touwen gebonden, bereikt al zwemmende den Westzaander Overtoom, en men zegt, dat deze dieren te Purmerend voor een aanzienlijken prijs werden verkocht. Geen wonder, dat de naam van 't Hoen daarna den Spanjaarden met nog meer schrik in de ooren klonk. De heer van Liques verlangde dien held eens te zien, bood hem vrijgeleide, en--'t Hoen aarzelde niet, als een tweede Fabricius, in diens legertent te komen. Niet weinig was Liques verwonderd, slechts een eenvoudig huisman, schoon met moedigen oogopslag, in hem te zien. Hij bood 't Hoen geschenken aan, die deze echter weigerde, met de woorden: >>de tijd kon wel eens komen, dat hij zijne gunst niet zou afslaan.>het Haantje


Free books android app tbrJar TBR JAR Read Free books online gutenberg


Load Full (0)

Login to follow story

More posts by @FreeBooks

0 Comments

Sorted by latest first Latest Oldest Best

 

Back to top