Read this ebook for free! No credit card needed, absolutely nothing to pay.
Words: 22848 in 5 pages
This is an ebook sharing website. You can read the uploaded ebooks for free here. No credit cards needed, nothing to pay. If you want to own a digital copy of the ebook, or want to read offline with your favorite ebook-reader, then you can choose to buy and download the ebook.

: Suez De Aarde en haar Volken 1865 by Anonymous - Suez (Egypt) Description and travel; Suez Canal (Egypt) De Aarde en haar Volken
SUEZ.
Inleiding.
De wereldgeschiedenis is een ontzaggelijk drama, waarin de volken voor en na als spelers optreden, om een rol te vervullen, waarvan de eigenlijke beteekenis hun zelven meestal verborgen blijft. Hebben zij aan deze bestemming beantwoord, de hun toebedeelde rol in het drama afgespeeld, dan treden zij af, en anderen nemen hunne plaats in. En met hen verzinken de aloude zetels hunner heerlijkheid en macht in puin en vergetelheid; en met de nieuwe nati?n verrijzen nieuwe wereldsteden, voor wier glans de luister der oude metropolen verbleekt. Ninive en Babylon, Thebe en Memphis, Carthago en Tyrus: waar zijn zij, en wat is er overgebleven van al de pracht en heerlijkheid, die eenmaal de bewondering der gansche beschaafde wereld opwekte, en eeuwen lang geen mededinger kende? Athene en Rome, tuigen ze mede niet door hare ru?nen van vervlogen grootheid en macht, al heeft de laatste haar rang als wereldstad tot heden weten te bewaren, als metropolis van een rijk, grooter en machtiger en onverwinlijker, dan immer dat der Caesars was? Jeruzalem zit eenzaam en als eene weduwe in rouwgewaad, eerwaardig en heilig door de herinneringen, voor immer aan hare muren verbonden, nog altijd hopende op eene toekomst, die hare verstrooide kinderen weder tot haar vergaderen zal; maar wat is zij in dezen tijd?
Deze allen zijn voorbijgegaan, deze allen en zoo vele anderen nog. En in hare plaats zijn andere steden gekomen, wier namen somwijlen nog voor weinige jaren ternauwernood genoemd werden, en op wie nu toch de aandacht der gansche wereld gevestigd is. In Amerika verrijzen telken dage nieuwe steden, en winnen zich door haar handel een alom bekenden naam: ook in het verre Oosten, in Australi?, vormen zich nieuwe staten en maatschappijen, wier toekomstige rol in de historie zich nog niet gissen laat.
Doch somwijlen gebeurt het, dat de oude verlaten middelpunten van leven en verkeer weder uit den doodslaap ontwaken, en dat de stroom der beschaving zijne oude bedding weder opzoekt. Is dit lot ook weggelegd voor Egypte en westelijk Azi?? Zal de overoude handelsweg tusschen Europa en Indi?, sinds eeuwen verlaten, weder geopend worden? Die vragen laten zich nog niet met zekerheid beantwoorden: toch is op dit oogenblik de aandacht der geheele beschaafde wereld gevestigd op die smalle strook lands, die Azi? en Afrika verbindt, en die eerlang een doorgang zal moeten openen voor het kanaal, dat van de Middellandsche een weg naar de Roode zee moet openen. Het onberekenbaar groote belang van dit werk is ongetwijfeld de beste aanbeveling voor hetgeen wij wenschen mede te deelen aangaande het tot dusver bijna onbekende stadje Suez, waarvan de naam nu op aller lippen zweeft, en waaraan zich zulke groote verwachtingen hechten. Naar Suez alzoo willen wij onze schreden richten.
Hoe komt men te Suez?
De beantwoording van deze vraag is zoo eenvoudig niet als misschien menigeen denkt. Wel hebben de meeste lezers den naam van Suez hooren noemen of van de landengte van Suez hooren spreken, maar wij gelooven toch, dat meer dan ?en verlegen zou staan, als hij eens oogenblikkelijk genoodzaakt werd van een zeker punt Europa, b. v. Parijs, de reisroute naar en de ligging van Suez nauwkeurig aan te geven. Om hem echter uit die verlegenheid te redden, willen wij eerst aanduiden waar Suez ligt, en dan de reis derwaarts maken. Als men de wereldkaart voor zich legt, dan ziet men dat deze in twee groote halfronden is verdeeld en wel in een westelijk en oostelijk halfrond. Zoo men nu den blik richt op het oostelijk halfrond, dan treft men daar onder anderen de beide werelddeelen Afrika en Azi? aan, die op zeker punt, waar Syri? en Egypte elkander raken, door eens smalle strook lands verbonden zijn: het is nu naar dit punt dat wij den lezer verzoeken zijne blikken te richten. Die landengte verbindt wel Azi? aan Afrika, maar scheidt tevens de Middellandsche van de Roode zee af, en is dus een hinderpaal voor de reizigers, die zich met een schip langs den kortst mogelijken weg naar Indi? willen begeven. Aan den noordelijken zoom van deze landengte, aan de Middellandsche zee alzoo, ligt Port Sa?d ; aan den zuidelijken oever, alzoo aan de Roode-zee, ligt de stad Suez. Naar deze laatste plaats nu willen wij de reis ondernemen. Men kan, van Parijs uit, als het punt dat wij straks aangaven, de reis maken per spoor tot aan Tri?st, waar alsdan stoombooten gereed liggen, welke de passagiers naar Alexandri? in Egypte overbrengen, en van waar men vervolgens de reis per spoor naar Suez voortzet. Ons dunkt het beste een andere weg te kiezen, en wel van Parijs per spoor naar Marseille, en vandaar per stoomboot naar Alexandri?.
Gewoonlijk kiezen de reizigers een der wintermaanden uit tot het aanvaarden van een tocht naar het Oosten, omdat men des zomers, of ook wel bij den aanvang van den herfst, te veel van de hitte te lijden heeft; en wijl de maand November als zoodanig de geschiktste tijd is, schepen wij ons dan te Marseille op de stoomboot in, koers wendende naar Sicili? en Messina. De kust van Sicili?, ten minste die langs de straat van Messina, biedt zeer veel verscheidenheid aan, hoewel het voorkomen een weinig woest is. Zij is de wieg en zal waarschijnlijk eenmaal het graf zijn van den vuurspuwenden berg de Etna, welke weleer door de ouden werd aangezien voor de werkplaats der Cyclopen, die in de spelonken van dat gebergte de bliksems smeedden voor Jupiter. Alles, land en zee, berg en dal, is hier vervuld met mythologische en historische herinneringen, die wij echter stilzwijgend voorbijgaan, omdat wij nu in het heden en niet meer in het prachtige verleden leven. Weldra krijgt de reiziger de grieksche kust in het gezicht; de boot stoomt kaap Matapan, het zuidelijkste punt van Europa, voorbij, en nadert het eiland Cerigo, behoorende tot de groep der Jonische eilanden. Cerigo, oudtijds Cythere genoemd, was weleer het paradijs van Venus, waar tempels en standbeelden ter eere dier godin waren opgericht. Als Cythere was wat thans Cerigo is, dan hebben de aanbidders dezer ontrouwe gade van Vulkanus, naar ons oordeel, eene slechte keus gedaan, daar gemeld eiland tamelijk onherbergzaam en onvruchtbaar is, doch misschien is het dit in den loop der tijden geworden.
Het eiland Candia , zuidelijk van Cerigo gelegen, is niet ver van Cyprus, waar men Europa uit het oog verliest, om na eene reis van ongeveer acht dagen het anker te werpen in de haven van Alexandri?.
Middelerwijl nadert men de aanlegplaats, en moet het schip zich een weg banen tusschen de talrijke vaartuigen, welke in de haven liggen. Bijna alle handeldrijvende nati?n zijn hier vertegenwoordigd, en hare vlaggen en winpels wapperen van alle zijden. Na de gewone visitatie ligt het schip eindelijk voor de landingsplaats stil, en wordt de reiziger plotseling bestormd door een twintigtal ezels en een gelijk getal arabische straatjongens, die zich onder oorverdoovend geschreeuw, van de heftigste gebaren vergezeld, op hem werpen. "Klim maar op mijn ezel! Neem den mijnen, hawadji! Mijn ezel is een beste! Ik ben een goede gids," roept de een. "Geloof hem niet, signor, hij heeft een slechten ezel en hij deugt niet voor gids," roept een ander. "Dit is de beste van alle ezels, hawadji! Ik ben alleen een goede geleider!" schreeuwt een derde. Men wordt door ezels en menschen omringd, gedrongen, overschreeuwd, vervolgd, en ten slotte ziet men geen redding uit dien kring van twee- en viervoetige dieren, terwijl men evenmin weet wien men kiezen zal. Eindelijk geeft men zich over aan hem die het hardst schreeuwt: "Beklim mijn ezel maar!" Maar op het oogenblik dat men vast in den zadel denkt te zitten, rolt men in het zand, indien de geleider niet den stijgbeugel aan de andere zijde vasthoudt, want de egyptische stijgbeugels hangen aan riemen, welke niet onder den zadel worden vastgehouden. Soms plaatst een geleider u met geweld op zijn grauwtje, en jaagt u dan, door middel van een krachtigen zweepslag, in een bespottelijken draf naar het hotel. De ezeldrijvers van Alexandri? zijn even rumoerig, even snaaksch en even slim als de straatjongens van Parijs. Zij leggen er zich op toe, zooveel mogelijk engelsche woorden op te zamelen, en maken daarvan een potsierlijke taal op hun eigen hand. Op alles hebben zij een antwoord gereed, en wanneer hun ezel een misstap doet, waardoor gij groot gevaar loopt zandruiter te worden, weten zij behendig uw val te voorkomen, terwijl zij u met een onnoozel gezicht toevoegen: "Een goed ezeltje toch, niet waar? Men zou er geen paard voor verkiezen."--Daar het in deze maand gewoonlijk regent, wordt de indruk, welken men van de stad gekregen heeft, niet gunstiger. De straten, door de zomerdroogte als het ware met stof gemacadamiseerd, gelijken op modderkuilen, en daar de geringere volksklasse zich hieraan reeds gewend heeft, ziet men haar ook gewoonlijk met bloote voeten en naakte knie?n door het slijk waden. Men is van oordeel dat deze regenbuien het gevolg zijn van de talrijke bosschen en boschjes, door de Europeanen rondom de stad aangelegd, wijl vroegere reizigers van iets dergelijks niet gewagen.
Het is niet te ontkennen, dat hetgeen men pittoresk noemt, meestal zoo morsig is. In de sombere en stinkende steegjes van Alexandri? vindt men afwisselingen van licht en bruin, waarmede een schilder fortuin zou maken; blinkende zonnestralen verlichten de met rijk beeldwerk overladen oude huizen; hier en daar steken kleederen van schitterende kleuren tegen den modder en het stof af; de breedere straten zijn van de eene naar de andere zijde met gestreepte stoffen overspannen, ten einde de voorbijgangers tegen de zonnestralen te beschutten. Eene gansche bevolking, die nooit de wasschingen schijnt verricht te hebben welke hare wet haar voorschrijft, wandelt rond met een tred, waarvan de statigheid slechts overtroffen wordt door dien der kameelen, die hunne koppen boven de menigte uitsteken. Tooneelen van dezen aard doen wondergoed voor op eene schilderij, die noch de onaangename geuren, noch het stof, noch de honden, noch al het walgelijke ongedierte wedergeeft, waarvan het daar wemelt. Maar de waarheid is anders; wanneer het droog weder is, zinkt men tot de enkels weg in het stof, dat u in de keel, de longen, de oogen, den neus en de ooren dringt; en wanneer het regent, plast men door den modder. Bij droog zoowel als bij nat weder, loopt er door elke straat eene groot of liever een modderpoel, die alle onreinheden opneemt, zoodat het geen wonder is dat de pest nu in deze, dan in gene wijk uitbreekt.
Men vindt in Alexandri? echter zeer nette huizen en goed ingerichte hotels. "De merkwaardigheden in Alexandri?," schrijft de heer F. W. Conrad in zijne reizen naar de landengte van Suez, "die men volstrekt moet zien, zijn de kolom van Pompejus en de naald van Cleopatra. De kolom van Pompejus heb ik verscheidene malen bezocht. De consul-generaal der Nederlanden, de heer S. W. Ruyssenaers, die gedurende ons verblijf in Egypte niet opgehouden heeft ons alle mogelijke oplettendheden te bewijzen, bracht er mij voor de eerste maal. Hij woonde toen niet ver van daar op een allerliefst buitenverblijf. In zijn fraaien tuin werd mij een heerlijke bouquet rozen en andere bloemen gegeven, waarbij ik mij moeielijk kon voorstellen in de maand November te zijn. Dit gaf mij gelegenheid, aan eene dame, die tot onze reisgenooten behoorde, eene kleine oplettendheid te bewijzen.
Free books android app tbrJar TBR JAR Read Free books online gutenberg
More posts by @FreeBooks

: The Street Called Straight by King Basil Lowell Orson Illustrator - Canadian fiction Bestsellers American 1895-1923