Read this ebook for free! No credit card needed, absolutely nothing to pay.
Words: 9172 in 3 pages
This is an ebook sharing website. You can read the uploaded ebooks for free here. No credit cards needed, nothing to pay. If you want to own a digital copy of the ebook, or want to read offline with your favorite ebook-reader, then you can choose to buy and download the ebook.
: Uit den Indischen Archipel De Aarde en haar volken Jaargang 1875 by Wallace Alfred Russel - Malay Archipelago Description and travel
stammen, de verdorde maar nog aan de takken hangende bladeren, vond ik eene groote menigte van zeer kleine kevers. Wat schoonheid en grootte betreft, konden zij, het is waar, niet wedijveren met die van Borneo; maar uit het oogpunt der verscheidenheid mag mijne collectie van Nieuw-Guinea gerust op eene eereplaats aanspraak maken. In de eerste twee of drie weken, toen ik de goede plekjes nog niet gevonden had, bracht ik elken dag ongeveer een dertigtal kevers van verschillende soorten te huis, half zooveel kapellen, en nog eenige andere insecten. Dit getal steeg echter tot gemiddeld negen-en-veertig per dag. Den 31 Mei vond ik, tusschen de doode boomen en onder de vergane bast, acht-en-zeventig verschillende soorten: meer dan ik nog ooit op eenen dag verzameld had. Den 30 Juni keerde ik met vijf-en-negentig verschillende soorten van kevers naar huis: waarschijnlijk zal ik nooit meer in mijn leven, in een enkelen dag, zulk een rijken oogst binnenhalen. Het was zeer warm weder: en van des morgens tien tot des namiddags drie uren bezocht ik al mijne bekende plekjes, de struiken doorsnuffelende, de vergane boomschors afschillende, de rottende bladeren schuddende: te huis gekomen, had ik niet minder dan zes uren noodig om mijn buit te rangschikken, de kevers op te prikken, en hun pooten uit te spreiden. In het geheel verzamelde ik, binnen drie maanden tijds, op een terrein van nauwelijks een vierkante mijl in omtrek, bijkans duizend verschillende soorten van kevers; ik schat dit getal ongeveer op de helft der keversoorten, die deze plek bewonen, en op ongeveer een kwart van het aantal soorten, dat men vinden zou, indien de nasporingen over een terrein van dertig kilometers in het vierkant werden uitgestrekt.
Den 22 Juli voer de goelet Esther-Helena de haven binnen, en vijf dagen later nam ik, zonder smart of spijt, afscheid van Dorey: nergens had ik zooveel ontberingen moeten lijden en met zooveel moeilijkheden te kampen gehad. Mijn ijver als natuuronderzoeker was bijna bezweken in die gestadige worsteling met ziekten, onvoldoend voedsel, en vooral met de mieren en vliegen. Deze reis, waarnaar ik zoo lang met vurig verlangen had uitgezien, had in geen enkel opzicht aan mijne verwachting beantwoord. Ik had geen enkele van de zeldzame paradijsvogels gezien, die ik gehoopt had hier te vinden; ik bracht van Dorey geen enkelen bijzonder fraaien of merkwaardigen vogel, geen enkel prachtig insect mede. Maar ik mag Dorey de eer niet betwisten, dat het buitengemeen rijk aan mieren is. Vooral eene zekere kleine zwarte mier komt hier in ongeloofelijken overvloed voor, en is eene ware landplaag. Bijna alle boomen en struiken wemelen van deze mieren, wier groote papierachtige nesten ge overal aantreft. Zij overmeesterden binnen weinige uren mijne woning, bouwden onder het dak een groot mierennest, en op alle palen en balken breede papieren tunnels; zij overstroomden mijne tafel, terwijl ik bezig was mijne insecten te rangschikken, roofden die voor mijne oogen weg, en scheurden ze zelfs van de kaartjes af, waarop ik ze vastplakte, zoodra ik maar een oogenblik mijn arbeid staakte. Zij kropen op mijne handen en mijn gezicht, drongen onder mijne kleederen tot op mijne huid door, en liepen overal langs mijn lichaam: wel is waar zonder veel pijn te doen, zoo lang zij geen tegenstand ontmoetten, maar zoodra zij gestoord werden, vinnig bijtende; ik moest telkens mijne kleederen uittrekken, om mij van deze fatale vijanden te ontslaan. De nacht bracht geen verlossing van deze kwelling: de mieren volgden mij in mijn bed: en ik geloof niet, dat ik gedurende de drie en een halve maand van mijn verblijf te Dorey, een enkel uur heb doorgebracht, zonder door deze mieren geplaagd te worden. Zij zijn op verre na niet zoo vraatzuchtig als anderen van haar geslacht; maar van wege haar ongeloofelijk aantal en hare alomtegenwoordigheid, moest ik voortdurend op mijne hoede zijn.
De groote blauwe vliegen veroorzaakten mij niet minder last: zij streken bij gansche zwermen neder op de overblijfselen van opgezette vogels, en bedekten de vederen met tallooze eiertjes, waaruit reeds den volgenden morgen larven te voorschijn kwamen, als zij niet tijdig werden weggenomen. Zij verborgen zich onder de vleugelen of onder de huiden, die te drogen lagen, en het gebeurde somwijlen dat die huiden, door de myriaden eieren, binnen weinige uren gelegd, bijkans een halve duim in de hoogte werden getild. Die eitjes kleefden zoo vast aan de vederen, dat ze niet dan met groote moeite en met het uiterste geduld konden worden verwijderd, zonder den vogel te beschadigen.
Den 29 Juli verlieten wij Dorey; onophoudelijk hadden wij met westenwinden en windstilte te kampen, zoodat de terugreis naar Ternate, die anders, met gunstigen wind, in vijf dagen kon geschieden, nu volle zeventien dagen duurde. Het was mij een waar genot, toen ik weder in mijne gemakkelijke, prettige woning nederzat, melk in mijn thee en mijn koffie kon krijgen, versch brood en boter, gevogelte en visch bij iederen maaltijd. Dit uitstapje naar Nieuw-Guinea had ons allen uitgeput.
Gedurende de maanden September tot November 1856, hield de heer Wallace zich in het eiland Celebes op.
Het was mij, zoo zegt hij, eene ware voldoening, toen ik te Makassar voet aan wal zette.
De vlakke lage kust is, in dit gedeelte des eilands, omzoomd door boomen en dorpen, die slechts op enkele punten een blik in het binnenland vergunnen: dan ziet ge eene eindelooze uitgestrektheid van kale en moerassige rijstvelden. Op den achtergrond verheffen zich heuvelen van geringe hoogte; de voortdurende nevel, aan dit jaargetijde eigen, maakte het mij onmogelijk de hooge bergen, die zich in het midden van het schiereiland verheffen, of de beroemde piek van Banta?ng, aan de zuidpunt, te onderscheiden.
Op de reede lag een wachtschip, een fraai fregat met twee-en-veertig stukken, benevens een kleine oorlogsstoomboot, en drie of vier kotters, om jacht te maken op de zeeroovers, die deze wateren zeer onveilig maken. Ook lagen hier eenige koopvaardijschepen met vierkante zeilen en een dertigtal prauwen van verschillende grootte. Ik had brieven van aanbeveling bij mij voor een Hollander, den heer Mesman, en voor een deenschen koopman; beiden spraken engelsch, en beloofden, dat zij mij behulpzaam zouden zijn in het vinden van een geschikt verblijf, waar ik mijne studi?n zou kunnen voortzetten. Daar er in de stad geen hotel te vinden was, begaf ik mij inmiddels naar de dusgenoemde soci?teit, waar ik voorloopig mijn intrek nam.
Ik had nog nooit eene hollandsche stad gezien: en Makassar scheen mij zuidelijker en fraaier dan alle steden, die ik tot dusver in het oosten bezocht had. Het koloniaal bestuur heeft onderscheidene zeer heilzame maatregelen verordend. Alle europeesche huizen moeten dikwerf met kalk gewit worden; ten vier uur des namiddags moet ieder bewoner den weg v??r zijn huis met water laten begieten: de straten worden goed onderhouden en van vuilnis gereinigd; het vuile water en alle andere onreine stoffen worden door buizen naar breede overdekte riolen gevoerd, waar het zeewater bij vloed wordt ingelaten en bij eb weder uitstroomt, alle onreinheden met zich mede voerende. Evenwijdig met het strand loopt eene lange straat, die of door de winkels en bazars der inboorlingen of door de kantoren en magazijnen der hollandsche en chineesche kooplui wordt ingenomen. Die straat strekt zich meer dan twee mijlen ver naar het noorden uit, en is eindelijk ter wederzijde omzoomd door inlandsche hutten, die er dikwijls armoedig en vervallen uitzien, maar toch altijd in rechte lijn nevens elkander staan en bijna altijd door vruchtboomen omringd en overschaduwd zijn. In die straat beweegt zich van den morgen tot den avond een groote schare van Boegineezen en Makassaren, gekleed met een zeer korten katoenen broek, die tot halverwege de dij reikt, en met den onvermijdelijken maleischen sarong met zijne sprekende kleuren, die om de heupen gewonden of over den schouder geslagen wordt. Twee kleine straten, die evenwijdig met de groote loopen en met twee poorten kunnen gesloten worden, vormen de oude hollandsche stad. Ten zuiden vindt men het fort en de kerk; langs een weg, die met een rechten hoek naar het strand loopt, verrijzen het h?tel van den gouverneur en de woningen der voornaamste ambtenaren. Voorbij het fort, dicht bij de zee, loopt nog eene andere lange straat, omzoomd door inlandsche hutten en door de buitenverblijven en villas der kooplieden. Overal in den omtrek strekken zich, zoo ver men zien kan, rijstvelden uit: anders een onafzienbaar groen tapijt, nu, in dezen tijd des jaars, kaal, leelijk, bedekt met bestoven stoppels en weelderig onkruid. Het dorre voorkomen dezer velden, in dezen tijd des jaars, vormde een zeer sterk contrast met dat der rijstvelden op Bali en Lombok, waar de oogsten elkander het gansche jaar door geregeld opvolgen. Toch is het klimaat hetzelfde, en is de grond hier niet minder goed; maar het bewonderenswaardig stelsel van besproeiing, dat op Bali en Lombok wordt in praktijk gebracht, schenkt dezen eilanden welhaast de zegeningen van een eeuwige lente.
Den dag na mijne aankomst ging ik een plechtig bezoek afleggen bij den gouverneur, in gezelschap van mijn vriend den deenschen koopman, die zeer goed engelsch spreekt. Zijne Excellentie ontving ons zeer vriendelijk, en was bereid, mij, op mijne reizen door het land en bij mijne wetenschappelijke nasporingen, alle mogelijke hulp te verleenen. Het gesprek werd gevoerd in het fransch, in welke taal de meeste hollandsche ambtenaren zich zeer gemakkelijk weten uit te drukken.
Daar het verblijf in de stad zeer kostbaar en tevens lastig was, verhuisde ik in het laatst van de week naar de kleine bamboezen woning, die de heer Mesman mij welwillend afstond, en die den naam voerde van Mamajan. Zij lag eenige mijlen van de stad, op eene kleine koffieplantage, en ongeveer een kwart mijl verwijderd van de villa van den heer Mesman zelven. Mijne woning bestond uit twee kamers, zeven voet boven den beganen grond; de ruimte daaronder, het onderhuis, was gedeeltelijk open en diende deels voor het ontleden en prepareeren van vogelhuiden, deels voor het bergen van rijst. En schuurtje werd als keuken gebruikt; rondom lagen verscheidene hutten, die door inboorlingen, in dienst van den heer Mesman, bewoond werden.
Nadat ik eenige dagen in mijne nieuwe woning vertoefd had, was het mij reeds voldoende gebleken, dat ik hier mijne collectie niet belangrijk zou kunnen vermeerderen. De rijststoppels deden mij denken aan onze akkers in den herfst, na afloop van den oogst; en op deze kale rijstvelden waren al even weinig vogels of insecten te vinden. De eenige plaatsen, waar ik nog hopen kon iets te zullen vinden, waren de inlandsche dorpen, door de vlakte verspreid, en zoo wegschuilende tusschen hunne vruchtboomgaarden, dat zij, van verre gezien, op bosschages geleken. Maar al vrij spoedig had ik alles wat zij aan nieuwe soorten bezaten, uitgeput. Om het binnenland te bezoeken, had ik de toestemming noodig van den Rajah van Goa, wiens grondgebied zich tot op een mijl afstands van Makassar uitstrekt. Ik begaf mij dus naar het bureau van den gouverneur, en verzocht een brief van aanbeveling, die mij dadelijk werd ter hand gesteld; men gaf mij zelfs een bode mede, om den brief aan den Rajah ter hand te stellen.
Free books android app tbrJar TBR JAR Read Free books online gutenberg
More posts by @FreeBooks
: The Mentor: The Revolution Vol. 1 Num. 43 Serial No. 43 The Story of America in Pictures by Hart Albert Bushnell - United States History Revolution 1775-1783 The Mentor